Vangst­be­perking Tong­vis­serij


Indiendatum: 9 feb. 2024

Geachte Voorzitter,

Overeenkomstig artikel 23, lid 1 en 2 van het Reglement van Orde stelt de fractie PvdD de volgend schriftelijke vragen aan het college van Gedeputeerde Staten met betrekking tot de mededeling van het college “Oproep aan minister LNV vangstbeperking tong” van 8 december 2023.

Mensen en bedrijven die (bedrijfsmatig) afhankelijk zijn van de visserijsector staan voor grote uitdagingen. De sector moet flinke veranderingen doorvoeren. Deze veranderingen zijn nodig om de zeeën en al het leven hierin gezond te houden. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties schat dat 70% van de visbestanden in de wereld nu al is overbevist. Daarbij is er steeds meer wetenschappelijke onderbouwing dat vissen pijn kunnen ervaren.

ICES is een wetenschappelijke raad die de Europese Commissie adviseert. Tegen dit advies in, heeft het college gemeend te moeten pleiten voor het maximaal benutten van de vangstmogelijkheden van o.a. tong. Hierover hebben wij verschillende vragen.

Wij stellen daarom de volgende vragen aan het college van GS:

1. Op basis waarvan adviseert het college het ministerie om de totaal toegestane vangst zo ver mogelijk op te rekken?

2. Hoe ziet de gedeputeerde dit advies als gekeken wordt naar de wetenschappelijke adviezen, die gericht zijn op het voorkomen van het bereiken van het limietniveau en het ethische aspect van dierenleed door meer visserij?

3. Dringt het college er bij de minister ook op aan dat de handhaving op zee verbeterd wordt? Dit kan eraan bijdragen dat schepen die de regels overtreden inzichtelijk worden. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld saneringsregelingen en verdeling van visquota eerlijker verdeeld worden.

4. Vissers zien zich gesteld voor flinke uitdagingen, zoals de kosten van brandstof en de verdere beperking van vangstquota. Vindt het college dat er sprake is van ‘zachte heelmeesters maken stinkende wonden', wanneer gepleit wordt voor een verruiming van de toegestane vangst? Wordt op deze manier niet een onjuist beeld geschetst voor de toekomst van de tongvisserij en kan er niet beter gecommuniceerd worden over alternatieven?

5. Op welke manier worden Provinciale Staten betrokken bij het Visserij Ontwikkel Plan? Klopt het dat het college alleen naar Provinciale Staten komt als er geld nodig is voor de cofinanciering?

Ayla Lokhorst, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 9 feb. 2024
Antwoorddatum: 27 feb. 2024

1. Op basis waarvan adviseert het college het ministerie om de totaal toegestane vangst zo vermogelijk op te rekken?

Antwoord:
Wij hebben met onze brief het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) opgeroepen om de quota die in het bezit zijn van het ministerie beschikbaar te stellen aan de actieve contigenthouders (actieve visserijvloot). Wij willen met de ruimte die beschikbaar is binnen de TAC (Total Allowable Catch) de pijn verzachten voor de visserijsector die opnieuw te maken krijgt met een maatregel die hem negatief treft.

Wageningen Marine Research (WMR) heeft de wettelijke taak om bij te dragen aan advies over een duurzaam beheer van de visbestanden. Het maken van bestandsschattingen is daarbij de belangrijkste taak in opdracht van de Nederlandse overheid. WMR-onderzoekers werken hiervoor in internationaal verband via de International Council for the Exploration of the SEA (ICES). ICES maakt elk jaar een schatting van de bestanden en de hoogte van de visserijdruk. Vervolgens geeft ICES advies aan de Europese Commissie over hoeveel er gevangen mag worden om de doelen van het Gemeenschappelijke Visserijbeleid te halen. Het Europese beleid heeft als doel om de visserijdruk zo te reguleren dat de maximaal duurzame oogst (MSY) wordt behaald. MSY is de visserijdruk die leidt tot de hoogst mogelijke oogst van een visbestand op de lange termijn. ICES heeft voor meer dan twintig visbestanden in de Noordzee advies afgegeven. De Europese Commissie maakt voor een aantal gezamenlijk beheerde bestanden vangstafspraken met Noorwegen en sinds de Brexit nu ook met het Verenigd Koninkrijk. Deze informatie is te raadplegen op www.ices.dk.

Met het vaststellen van de TAC wordt geen rekening gehouden met wijzigingen in de vloot van de desbetreffende lidstaat. Voor Nederland zijn er in 2023 24 kotters gesaneerd. Circa 21% van de Nederlandse quota is met de sanering in eigendom gekomen van het ministerie. En daarmee is het ministerie de grootste contigenthouder geworden van Nederland. Met deze quota mag worden gevist rekening houdend met de MSY, maar ligt niet in handen van actieve contigenthouders.

2. Hoe ziet de gedeputeerde dit advies als gehehen wordt naar de wetenschappelijke adviezen,
die gericht zijn op het voorkomen van het bereiken van het limietniveau en het ethische aspect
van dierenleed door meer visserij?

Antwoord:
Wij respecteren de wetenschappelijke adviezen en stellen de hoogte van de TAC niet ter discussie. Met het advies om alle beschikbare quota beschikbaar te stellen aan actieve contigenthouders wordt de TAC niet opgerekt en wordt er voldaan aan een duurzaam beheer van de visbestanden.

3. Dringt het college er bij de minister ook op aan dat de handhaving op zee verbeterd wordt? Dit han eraan bijdragen dat schepen die de regels overtreden inzichtelijh worden. Hierdoor hunnen bijvoorbeeld saneringsregelingen en verdeling van visquota eerlijher verdeeld worden.

Antwoord:
Wij hebben geen rol in het handhavingsbeleid van de Rijksoverheid. In 2018 heeft de Europese Commissie een herziening van het visserijcontrolesysteem voorgesteld om de regels voor het toezicht op visserijactiviteiten te moderniseren, te vereenvoudigen en een gemeenschappelijk visserijbeleid te waarborgen. Het Europees Parlement heeft (met 438 stemmen voor, 146 stemmen
tegen en bijna 40 onthoudingen) nieuwe controlemaatregelen goedgekeurd.

Dit betekent dat boten een traceerapparaat aan boord moeten hebben dat de nationale autoriteiten in staat stelt deze op gezette tijden te kunnen lokaliseren en identificeren. Om de naleving van de zogenaamde aanlandverplichting te waarborgen, moeten EU-vaartuigen van 18 meter en langer die een hoog risico vormen voor het niet naleven van de regels uiterlijk vier jaar na inwerkingtreding van de wetgeving beschikken over elektronische monitoringssystemen op afstand, met inbegrip van
gesloten camerasystemen.

4. Vissers zien zich gesteld voor flinke uitdagingen, zoals de kosten van brandstof en de verdere
beperking van vangstquota. Vindt het college dat er sprake is van 'zachte heelmeesters maken
stinkende wonden', wanneer gepleit wordt voor een verruiming van de toegestane vangst?
Wordt op deze manier niet een onjuist beeld geschetst voor de toekomst van de tongvisserij en
kan er niet beter gecommuniceerd worden over alternatieven?

Antwoord:
Wij zien naast zorgen over de demersale visserijsector ook kansen voor de toekomst. Dit was dan ook de aanleiding voor ons om deze brief te sturen aan demissionair minister Adema van het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit De Noordzee biedt Nederland waardevolle natuur en wordt in toenemende mate benut voor energieopwekking. Naast de energie- en natuurtransitie biedt de Noordzee ook nog steeds de kans om op duurzame wijze voedsel te oogsten. Een belangrijke bron voor het borgen van de voedselvoorziening van Nederland en Europa. Wij zijn er dan ook van overtuigd dat er toekomst zit
in de vis en dat de Nederlandse visserijsector kan excelleren als koploper van de voedselvoorziening
uit zee.

Steeds hebben het ondernemerschap en inventiviteit bij onze visserijsector voorop gestaan om nieuwe wegen in te slaan en de transities van hun tijd door te maken. Een actieve vloot van voldoende omvang is nodig voor het behoud van kennis en bedrijvigheid die zich kan door vertalen in innovaties te midden van de transitie naar een toekomstbestendige visserijvloot. Voldoende quotum is een voorwaarde om een actieve vloot van voldoende omvang te behouden.

Wij willen deze bedrijfstak voor Flevoland behouden, in balans met de natuur, zodat de Flevolandse visserij een duurzame toekomst heeft en dat ze (inter-) nationaal leidend blijft. Daarom kan de visserij rekenen op onze steun (Toekomst voor het nieuwe land; Van, voor en door Flevolanders Coalitieakkoord 2023 - 2027).

Wij willen graag die vissers die zich inspannen voor een transitie naar een duurzame en toekomstbestendige Noordzeevisserij behouden en hen niet ontmoedigen. De provincie Flevoland spant zich in op dit dossier door vanuit Regio Urk in het Visserij Ontwikkelplan in te zetten op vernieuwing, innovatie, verduurzaming en kennis in de sector en keten. Op deze manier borgen we
dat de digitaliserings-, verduurzamings- en eiwittransitie in de visserij die nodig zijn voor de toekomst gerealiseerd worden.

5. Op welke manier worden Provinciale Staten betrokken bij het Visserij Ontwikkel Plan? Klopt het dat het college alleen naar Provinciale Staten komt als er geld nodig is voor de cofinanciering?

Antwoord:
Het ministerie van LNV heeft op 15 juni 2023 aan het Bestuurlijk Platform Visserij (BPV) gevraagd om in het kader van maatregelen voor de visserijketens en gemeenschappen een Visserij Ontwikkel Plan (VOP) op te stellen. Met dit plan zijn we als lokale (gemeente Urk) en regionale overheid (provincie Flevoland) voortvarend aan de slag gegaan in regio Urk als één van de vijf regio’s.

In samenspraak met ondernemers in de visclusters en met maatschappelijk betrokken burgers, middenstand, stichtingen en verenigingen in de visserijgemeenschappen hebben we een zorgvuldig proces gelopen om een samenhangend pakket van initiatieven samen te stellen. Dit samenhangende pakket moet recht doen aan behoud en ontwikkeling van toekomstbestendige landzijdige visclusters (waaronder visafslagen) met een kleinere, duurzame en meer diverse aanvoersector en aan het ontplooien van andere sociaaleconomische activiteiten die qua karakter aansluiten bij de identiteit en bijdragen aan het behoud van het sociaal-cultureel erfgoed en de werkgelegenheid van onze vissersgemeenschap.

De provincie Flevoland heeft dit proces georkestreerd in nauwe samenwerking met de gemeente Urk. Als het proces met het ministerie is afgerond, zullen wij Provinciale Staten informeren over het definitieve Visserij Ontwikkel Plan. Op basis van de huidige stand van zaken lijkt er voldoende private cofinanciering beschikbaar te zijn en zal er geen financieel verzoek volgen.