Stik­stof­pro­ble­matiek en prio­ri­teiten


Indiendatum: 12 nov. 2024

Geachte Voorzitter,

Overeenkomstig artikel 23, lid 1 en 2 van het Reglement van Orde stelt de fractie Partij voor de Dieren de volgende schriftelijke vragen aan het college van Gedeputeerde Staten met betrekking tot Stikstofproblematiek en prioriteiten.

1. In een interview met Omroep Flevoland van 12 oktober 2024 werd door de gedeputeerde gesteld dat een ‘hele afdeling alleen maar (met de PAS-problematiek) bezig is'. Uit navraag bleek dat de woorden ‘hele afdeling’ niet letterlijk waren bedoeld. Binnen de provincie blijkt sprake te zijn van expertiseteams. Verschillende expertiseteams zijn bezig met PAS-melders, waaronder de teams voor ruimte en landschap, natuur, milieu, gebiedsontwikkeling en het subsidiebureau. Deelt het college onze opvatting dat het ongebruikelijk is om in openbare uitingen zoals interviews uitspraken te doen die niet letterlijk genomen dienen te worden?

Erkent het college dat dit het vertrouwen in de uitspraken van het college kan bemoeilijken?

2. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat we veel grote ambities en doelen hebben voor het landelijk gebied die aandacht vragen? We hebben het over zaken van groot algemeen belang zoals het versterken van de biodiversiteit, water drinkbaar houden en het beschermen van de vruchtbaarheid van de bodem.

3. Is het college het met ons eens dat het realiseren van deze doelen veel inzet vereist en dat de inspanningen van onze medewerkers daarom onevenredig verdeeld worden wanneer zij prioritair worden ingezet voor het oplossen van vraagstukken rondom slechts +/- 120 PASmelders?

4. Hoe weegt het college hierbij het feit dat de provincie hierin bovendien geen leidende rol vervult en ook niet kan vervullen, aangezien en oplossing er nog is niet binnen de huidige wet- en regelgeving, maar de provincie juist afhankelijk is van het Rijk?

5. De fractie van de Partij voor de Dieren heeft herhaaldelijk verzocht om informatie over de provinciale stikstofbanken. Wij hebben vragen gesteld over de stikstofruimte waarover deze banken beschikken, de criteria voor de toewijzing van ruimte aan specifieke stikstofbanken, en de aard van de projecten waarvoor deze ruimte opnieuw wordt ingezet. Tot op heden hebben wij deze informatie echter niet mogen ontvangen. Is het college het met ons eens dat het hier om cruciale informatie gaat, zeker gezien de betrokkenheid van meerdere expertiseteams bij dit onderwerp, en dat de Staten recht hebben op toegang tot deze gegevens? Wanneer is het college van plan deze informatie wel met de Staten te delen?

6. In Flevoland lopen momenteel twee handhavingsverzoeken met betrekking tot PAS-melders. Dit aantal kan toenemen indien er vanaf februari gehandhaafd moet worden. Ambtenaren waarschuwen in een notitie aan betrokken ministers voor 'aanzienlijke sociaalmaatschappelijke en financiële consequenties' omdat er 'binnen zeer korte tijd een hoge stikstofreductie moet worden gerealiseerd'. Hoe bereidt de provincie zich hierop voor?

7. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat het houden van minder veehuisdieren de meest effectieve oplossing is om het stikstofprobleem op te lossen. In hoeverre is het college bereid deze maatregel in overweging te nemen om eerdergenoemde aanzienlijke sociaalmaatschappelijke en financiële consequenties’ te voorkomen zoals het direct sluiten van

bedrijven en het stil komen te liggen van andere ontwikkelingen in de samenleving?

Ayla Lokhorst

Partij voor de Dieren

Indiendatum: 12 nov. 2024
Antwoorddatum: 14 jan. 2025

Schriftelijke Statenvragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren over Stikstofproblematiek en prioriteiten, ingediend op 12 november 2024, en de antwoorden daarop van het college van Gedeputeerde Staten zoals vastgesteld op 14 januari 2025 (3338377).


Vragen:
1. In een interview met Omroep Flevoland van 12 oktober 2024 werd door de gedeputeerde gesteld dat een ‘hele afdeling alleen maar (met de PAS-problematiek) bezig is'. Uit navraag bleek dat de woorden ‘hele afdeling’ niet letterlijk waren bedoeld. Binnen de provincie blijkt sprake te zijn van expertiseteams. Verschillende expertiseteams zijn bezig met PAS-melders, waaronder de teams voor ruimte en landschap, natuur, milieu, gebiedsontwikkeling en het subsidiebureau. Deelt het college onze opvatting dat het ongebruikelijk is om in openbare uitingen zoals interviews uitspraken te doen die niet letterlijk genomen dienen te worden? Erkent het college dat dit het vertrouwen in de uitspraken van het college kan bemoeilijken?

Antwoord:
Wij benadrukken dat de gedeputeerde in het interview met Omroep Flevoland op 12 oktober 2024 heeft willen aangeven dat de PAS-problematiek een zeer hoge prioriteit heeft binnen de provincie. De term ‘hele afdeling’ is daarbij gebruikt als een manier om de omvang en urgentie van de inzet te onderstrepen. In de praktijk zijn verschillende expertiseteams, waaronder de teams voor ruimte en landschap, natuur, milieu, gebiedsontwikkeling en het subsidiebureau, intensief betrokken bij dit dossier.

Wij achten het van groot belang dat inwoners en Provinciale Staten goed geïnformeerd worden over de inzet en voortgang. Hoewel deze uitspraak niet letterlijk bedoeld was, wordt dit gezien als een uiting van de gedrevenheid waarmee aan de PAS-problematiek wordt gewerkt. Vertrouwen en transparantie blijven daarbij kernwaarden in onze communicatie.

2. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat we veel grote ambities en doelen hebben voor het landelijk gebied die aandacht vragen? We hebben het over zaken van groot algemeen belang zoals het versterken van de biodiversiteit, water drinkbaar houden en het beschermen van de
vruchtbaarheid van de bodem. 

Antwoord:
Provincie Flevoland gaat voor toekomstbestendige landbouw en het herstel van de biodiversiteit in het landelijk gebied. In ons landelijk gebied staan we voor grote uitdagingen op het gebied van bodem, water, natuur, stikstof, klimaat en leefbaarheid. De landbouw is een onderdeel van de identiteit van Flevoland en is medebepalend voor het landschap en de economie. De landbouw is als zodanig een belangrijke partner in het realiseren van de ambities in het landelijk gebied. 

3. Is het college het met ons eens dat het realiseren van deze doelen veel inzet vereist en dat de inspanningen van onze medewerkers daarom onevenredig verdeeld worden wanneer zij prioritair worden ingezet voor het oplossen van vraagstukken rondom slechts +/- 120 PAS-melders?

Antwoord:
Provincie Flevoland geeft prioriteit aan de PAS-melders omdat deze mensen al 5 jaar in grote onzekerheid leven en het Rijk nog niet is gekomen met een oplossing voor deze agrariërs die buiten hun schuld om in deze situatie zijn geraakt. Het oplossen van de situatie rondom PAS-melders is niet alleen noodzakelijk om te voldoen aan Europese regelgeving, maar ook om deze groep agrariërs perspectief te bieden. Dit vormt de basis voor verdere samenwerking met de agrarische sector bij bredere uitdagingen, zoals klimaatverandering, waterbeheer en natuurherstel. Door PAS-melders te ondersteunen (zoals afgesproken in het coalitieakkoord), creëert de provincie ruimte voor een constructieve dialoog en gezamenlijke oplossingen.

4. Hoe weegt het college hierbij het feit dat de provincie hierin bovendien geen leidende rol vervult en ook niet kan vervullen, aangezien en oplossing er nog is niet binnen de huidige wet- en regelgeving, maar de provincie juist afhankelijk is van het Rijk?

Antwoord:
Provincie Flevoland is bevoegd gezag op het gebied van stikstof/natuur en heeft daarmee dus een belangrijke rol in het stikstof dossier. Het Rijk blijft verantwoordelijk voor het oplossen van de situatie waarin de PAS-melders zijn geraakt. Provincie Flevoland kan helpen in het vinden van oplossingen, hoewel deze voor een deel erg afhankelijk zijn van landelijke wet- en regelgeving. Daarom blijven wij binnen onze mogelijkheden samenwerken met het Rijk en andere provincies om juridische en praktische belemmeringen te adresseren. Tegelijkertijd zetten wij in op gebiedsgerichte aanpakken en ondersteunen wij PAS-melders waar mogelijk, zoals ook is afgesproken in het coalitieakkoord.

5. De fractie van de Partij voor de Dieren heeft herhaaldelijk verzocht om informatie over de provinciale stikstofbanken. Wij hebben vragen gesteld over de stikstofruimte waarover deze banken beschikken, de criteria voor de toewijzing van ruimte aan specifieke stikstofbanken, en de aard van de projecten waarvoor deze ruimte opnieuw wordt ingezet. Tot op heden hebben wij deze informatie echter niet mogen ontvangen. Is het college het met ons eens dat het hier om cruciale informatie gaat, zeker gezien de betrokkenheid van meerdere expertiseteams bij dit onderwerp, en dat de Staten recht hebben op toegang tot deze gegevens? Wanneer is het college van plan deze informatie wel met de Staten te delen?

Antwoord:
In de oordeelsvormde commissievergadering over de programmabegroting 2025 heeft de portefeuillehouder toegezegd dit jaar een technische sessie PAS aan te melden bij het presidium. Het streven is om de technische sessie in februari 2025 te houden. Onderdeel van de technische sessie zijn de stikstofbanken, en de vulling hiervan. 

6. In Flevoland lopen momenteel twee handhavingsverzoeken met betrekking tot PAS-melders. Dit aantal kan toenemen indien er vanaf februari gehandhaafd moet worden. Ambtenaren waarschuwen in een notitie aan betrokken ministers voor 'aanzienlijke sociaal-maatschappelijke en financiële
consequenties' omdat er 'binnen zeer korte tijd een hoge stikstofreductie moet worden gerealiseerd'. Hoe bereidt de provincie zich hierop voor?

Antwoord:
Wij maken ons grote zorgen over het uitblijven van landelijke oplossingen voor PAS-melders en de beperkingen die recente rechtspraak van de Raad van State op 18 december 2024 oplegt. Dit vergroot de onzekerheid en complexiteit rondom handhaving en legalisatie. We zullen in de technische sessie verder ingaan op de stand van zaken en de uitdagingen die dit met zich meebrengt.

7. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat het houden van minder veehuisdieren de meest effectieve oplossing is om het stikstofprobleem op te lossen. In hoeverre is het college bereid deze maatregel in overweging te nemen om eerdergenoemde ‘aanzienlijke sociaal-maatschappelijke en financiële consequenties’ te voorkomen zoals het direct sluiten van bedrijven en het stil komen te liggen van andere ontwikkelingen in de samenleving?

Antwoord:
Provincie Flevoland werkt samen met de sector aan mogelijke oplossingen. Wij blijven inzetten op een combinatie van maatregelen, zoals innovaties in staltechnieken, aanpassing van managementmaatregelen en vrijwillige regelingen zoals de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijen (LBV+).

Interessant voor jou

Landbouwhuisdieren dienen beschermd te worden, ook tegen wolven

Lees verder

Recht op transparantie en milieu-informatie PAS-melders

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Doe mee Doneer