Land­bouw­huis­dieren dienen beschermd te worden, ook tegen wolven


Indiendatum: okt. 2024

Geachte Voorzitter,

Overeenkomstig artikel 23, lid 1 en 2 van het Reglement van Orde stelt de fractie PvdD de volgende schriftelijke vragen aan het college van Gedeputeerde Staten met betrekking tot verplichting tot preventie van schade door een wolf

INLEIDING

Artikel 1.6 Besluit houders dieren luidt: “Een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren.”

In de Beleidsregel tegemoetkoming faunaschade provincie Flevoland 2024 staat: “Een zekere mate van schade door natuurlijk in het wild levende dieren dient eenieder voor lief te nemen. De bescherming van have en goed tegen schade door dieren, is primair de verantwoordelijkheid van de aanvrager zelf. Daarbij is het treffen van maatregelen gericht op het voorkomen van schade de eerste inzet. Als dergelijke maatregelen te kort schieten, is schadebestrijding (schadebeperking door het bestrijden van de schadeveroorzakende diersoort) aan de orde. Grondgebruikers en dierhouders zijn zelf verantwoordelijk voor het nemen van preventieve maatregelen om hun gewassen en gehouden landbouwhuisdieren te beschermen tegen schade door beschermde diersoorten zoals de wolf. Bescherming van vee tegen aanvallen van buitenaf is niet nieuw. Van honden of vossen is bekend dat zij bijvoorbeeld schapen kunnen aanvallen. Waar het gaat om het voorkomen van schade aan gehouden dieren, gaat het dus in principe om het nemen van aanvullende maatregelen om ook schade door wolven te voorkomen.”

Wij stellen daarom de volgende vragen aan het college van GS:

1. Is GS het met de Partij voor de Dieren eens dat als dierhouders in Flevoland deze regelgeving zouden opvolgen, het niet nodig zou zijn om schade uit te keren na een aanval door een wolf, maar het zelfs feitelijk gezien zo is dat dierhouders strafbaar gesteld en beboet moeten worden als ze hun dieren de bescherming tegen predatoren bewust onthouden?

2. Na vragen van de VVD in 2022 is door het college aangegeven dat “er géén verplichting is voor veehouders om vanaf 2023 wolfwerende maatregelen te treffen. Wel werd toen nagedacht over het instellen van een eigen risico voor schadegevallen in bepaalde gevallen waarbij er geen wolfwerende maatregelen zijn getroffen door de betreffende veehouder.”

Vindt het college, vooruitlopend op het Interprovinciale Wolvenplan een eigen risico niet het minimale, gezien bovenstaande? En waarom is dit eigen risico niet opgenomen in de Beleidsregel tegemoetkoming faunaschade provincie Flevoland 2024?

3. Bij kapitaalintensieve gehouden dieren wordt van een aanvrager/dierhouder een grotere inspanning verwacht om deze tegen de wolf te beschermen. Onder welke specifieke gevallen kan besloten worden dat een (verhoogd) eigen risico en/of maximum
tegemoetkoming wordt gehanteerd?

4. Bent u het met ons eens dat het cruciaal is om gehouden dieren in Flevoland zo snel mogelijk goed te beschermen tegen wolvenaanvallen om dierenleed tegen te gaan en om te voorkomen dat we wolven aanleren dat gehouden dieren een geschikte prooi zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom kiest het college er dan voor om – tegen de wet in - vooralsnog geen nadere voorwaarden te stellen om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen, of een eigen risico in te houden op de te verlenen tegemoetkoming?

Op grond van de Provinciewet is er een provinciale Rekenkamer die erop moet toezien dat uitgaven
een wettelijke grondslag hebben. In artikel 183 van die wet is bepaald: “De rekenkamer onderzoekt
de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het provinciebestuur
gevoerde beleid.“

Tussen 2018 en april 2024 zijn er zeven vergoedingen toegekend aan dierhouders i.v.m. schade aan gehouden landbouwhuisdieren door een wolf of vermoedelijke wolf á € 5693,67. Voor drie andere aanvallen loopt het onderzoek nog om erachter te komen of er sprake was van een wolf. In geen van de gevallen in Flevoland was sprake van wolfwerende maatregelen die voldoen aan de adviesnorm.

5. Is GS van oordeel dat het toekennen van schadevergoeding voor door een wolf gedode dieren - die niet door de dierenhouder afdoende beschermd waren - ‘doelmatig, doeltreffend en rechtmatig’ is?

6. Is GS zich ervan bewust dat er een klacht kan worden ingediend bij de Rekenkamer over de oneigenlijk besteding van publieke middelen door het niet-rechtmatig uitkeren van vergoedingen voor schade door wolven?

7. Wat zijn de juridische, financiële, beleidsmatige of andere consequenties op het moment dat de Rekenkamer oordeelt dat deze uitkeringen onrechtmatig zijn?

In de krant Trouw van 27 september 2024 was te lezen: “Een deel van de veehouders wil uit principe geen maatregelen treffen, ziet Maurice La Haye, wolvenkenner en teamleider land- en zeezoogdieren bij de Zoogdiervereniging. “Zij willen dat de wolf wordt afgeschoten en uit het land verdwijnt.” Daarnaast is er een groep die wel wil, maar niet goed weet hoe. “Er gaat veel misinformatie rond.”

8. Herkent GS deze stellingen in Flevoland? Welke rol kan de provincie spelen in het verbeteren van de informatievoorziening over de wolf en de verplichting en mogelijkheden tot preventieve maatregelen?

9. Gelooft GS in de werkzaamheid van preventieve maatregelen in het voorkomen van slachtoffers door de wolf? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom besluit GS dan niet om voor de aanschaf van preventieve maatregelen een subsidieregeling of leenregeling open te stellen?

Ayla Lokhorst – Partij voor de Dieren

Inleiding:
Artikel 16 Besluit houders dieren luidt: "Een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico's en zo nodig roofdieren."

In de Beleidsregel tegemoetkoming faunaschade provincie Flevoland 2024 staat: "Een zekere mate van schade door natuurlijk in het wild levende dieren dient eenieder voor lief te nemen. De bescherming van have en goed tegen schade door dieren, is primair de verantwoordelijkheid van de aanvrager zelf. Daarbij is het treffen van maatregelen gericht op het voorkomen van schade de eerste inzet. Ais dergelijke maatregelen te kort schieten, is schadebestrijding (schadebeperking door het bestrijden van de schodeveroorzokende diersoort) aan de orde. Grondgebruikers en dierhouders zijn zelf verantwoordelijk voor het nemen van preventieve maatregelen om hun gewassen en gehouden landbouwhuisdieren te beschermen tegen schade door beschermde diersoorten zoals de wolf. Bescherming van vee tegen aanvallen van buitenaf is niet nieuw. Van honden of vossen is bekend dat zij bijvoorbeeld schapen kunnen aanvallen. Waar het gaat om het voorkomen van schade aan gehouden dieren, gaat het dus in principe om het nemen van aanvullende maatregelen om ook schade door wolven te voorkomen."

Wij stellen daarom de volgende vragen aan het college van GS:

Inleiding op de beantwoording:
Uit de vraagstelling lijkt het alsof in Flevoland op grote schaal bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren en hobbymatig gehouden hoefdieren bewust door hun eigenaren worden blootgesteld aan het gevaar van de wolf. Een wolvenaanval heeft in de regel een grote impact op dierhouders. Wij gaan er daarom ook niet vanuit dat dierhouders in Flevoland willens en wetens hun dieren door een wolf laten aanvallen.

Door BIJ12 wordt een overzicht bijgehouden van de gemelde schade aan bedhjfsmatiggehouden landbouwhuisdieren en hobbymatig gehouden hoefdieren. Daarbij wordt aan de hand van een DNA-analyse vastgesteld of het daadwerkelijk om een wolvenaanval handelde. Het aantal vermoedelijke wolvenaanvallen in Flevoland is beperkt tot jaarlijks enkele gevallen, waarbij uit DNA-analyses blijkt dat het in bijna de helft van de gevallen waarbij de schadeveroorzakende diersoort kon worden vastgesteld, een hond betrof.

Vragen:

1. Is GS het met de Partij voor de Dieren eens dat als dierhouders in Flevoland deze regelgeving zouden opvolgen, het niet nodig zou zijn om schade uit te keren na een aanval door een wolf, maar het zelfs feitelijk gezien zo is dot dierhouders strafbaar gesteld en beboet moeten worden als ze hun dieren de bescherming tegen predatoren bewust onthouden?

Antwoord:
In Flevoland hebben wij momenteel geen gebieden waarvan bekend is dat wolven zich er min of meer permanent ophouden of er regelmatig worden waargenomen. Incidenteel komt er een zwervende wolf voor in onze provincie. Voor zwervende wolven geldt dat er op voorhand niet te voorspellen valt waar en wanneer zij vee aanvallen. Dierhouders kunnen zich daarom niet goed voorbereiden op aanvallen van zwervende wolven. De trefkans is immers klein en zwervende wolven kunnen op doortocht in korte tijd grote afstanden afleggen. Dat is de reden dat wij in Flevoland vooralsnog geen nadere voorwaarden stellen aan een tegemoetkoming in schade door een wolvenaanval. Dit is conform het huidige beleid zoals opgenomen in het vigerende Interprovinciale wolvenplan en het addendum wolvenplan.

Wij doen verder geen uitspraken over de vraag in hoeverre dierhouders strafbaar gesteld en beboet zouden moeten worden indien ze hun dieren de bescherming tegen predatoren bewust onthouden. De bevoegdheid ten aanzien van de Wet Dieren waaraan wordt gerefereerd ligt bij het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LWN).

2. Na vragen van de VVD in 2022 is door het college aangegeven dat "er géén verplichting is voor veehouders om vanaf 2023 wolfwerende maatregelen te treffen. Wel werd toen nagedacht over het instellen van een eigen risico voor schadegevallen in bepaalde gevallen waarbij er geen wolfwerende maatregelen zijn getroffen door de betreffende veehouder." Vindt het college, vooruitlopend op het Interprovinciale Wolvenplan een eigen risico niet het minimale, gezien bovenstaande? En waarom is dit eigen risico niet opgenomen In de Beleidsregel tegemoetkoming faunaschade provincie Flevoland 2024?

Antwoord:

De Beleidsregel tegemoetkoming faunaschade provincie Flevoland 2024 is gebaseerd op het vigerende Interprovinciale wolvenplan. Hierin is geen sprake van een eigen risico voor schadegevallen in bepaalde gevallen waarbij er geen wolfwerende maatregelen zijn getroffen door de betreffende veehouder. Wij zien, gezien de Flevolandse situatie met incidenteel een zwervende wolf, geen reden om vooruitlopend op het nieuwe Interprovinciale wolvenplan een eigen risico op te nemen in onze beleidsregels.

3. Bij kapitaalintensieve gehouden dieren wordt van een aanvrager/dierhouder een grotere inspanning verwacht om deze tegen de wolf te beschermen. Onder welke specifieke gevallen kan besloten worden dat een (verhoogd) eigen risico en/of maximum tegemoetkoming wordt gehanteerd?

Antwoord:
Dat is ter beoordeling van BIJ12 en zal per specifiek geval door hen bekeken worden. Maar het
gaat daarbij om kapitaalintensieve dieren, zoals waardevolle renpaarden of fokdieren waarvan
de marktwaarde aanzienlijk afwijkt van de normwaarden die BlJ12 normaal gesproken hanteert.

4. Bent u het met ons eens dot het cruciaal is om gehouden dieren in Flevoland zo snel mogelijk goed te beschermen tegen wolvenaanvallen om dierenleed tegen te gaan en om te voorkomen dat we wolven aanleren dot gehouden dieren een geschikte prooi zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom kiest het college er dan voor om - tegen de wet in - vooralsnog geen nadere voorwaarden te stellen om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen, of een eigen risico in te houden op de te verlenen tegemoetkoming?

Antwoord:
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1, is er in Flevoland momenteel slechts incidenteel sprake van een zwervende wolf. Dat is de reden dat wij in Flevoland vooralsnog geen nadere voorwaarden stellen aan een tegemoetkoming in schade door een wolvenaanval. Dit is conform het huidige beleid zoals opgenomen in het vigerende Interprovinciaal wolvenplan.

Op grond van de Provinciewet is er een provinciale Rekenkamer die erop moet toezien dat uitgaven een wettelijke grondslag hebben, In artikel 183 van die wet is bepaald: '‘De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het provinciebestuur gevoerde beleid."

Tussen 2018 en opril 2024 zijn er zeven vergoedingen toegekend aan dierhouders i.v.m. schade aan
gehouden landbouwhuisdieren door een wolf of vermoedelijke wolf ó € 5693,67. Voor drie andere
aanvallen loopt het onderzoek nog om erachter te komen of er sprake was van een wolf. In geen van
de gevallen in Flevoland was sprake van wolfwerende maatregelen die voldoen aan de adviesnorm.

5. Is GS van oordeel dot het toekennen van schadevergoeding voor door een wolf gedode dieren -
die niet door de dierenhouder afdoende beschermd waren - 'doelmatig, doeltreffend en rechtmatig' is?

Antwoord:
Ja, zie het antwoord op vraag 1.

6. Is GS zich ervan bewust dat er een klacht kan worden ingediend bij de Rekenkamer over de oneigenlijk besteding van publieke middelen door het niet-rechtmatig uitkeren van vergoedingen voor schade door wolven?

Antwoord:
Wij zijn ons ervan bewust dat er in beginsel een klacht kan worden ingediend bij de Rekenkamer over de oneigenlijk besteding van publieke middelen. Wij zien echter het uitkeren van vergoedingen voor schade door wolven conform de Beleidsregel tegemoetkoming faunaschade Flevoland 2024 niet als oneigenlijke besteding van publieke middelen.

7. Wat zijn de juridische, financiële, beleidsmatige of andere consequenties op het moment dat de Rekenhamer oordeelt dat deze uitkeringen onrechtmatig zijn?

Antwoord:
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 6, zien wij het uitkeren van vergoedingen voor schade door wolven conform de Beleidsregel tegemoetkoming faunaschade Flevoland 2024 niet als oneigenlijke besteding van publieke middelen. Het heeft daarom ook geen zin om te speculeren over eventuele consequenties voor het hypothetische geval dat de Rekenkamer tot een ander oordeel zou komen.

In de krant Trouw van 27 september 2024 was te lezen: “Een deel van de veehouders wil uit principe geen maatregelen treffen, ziet Maurice La Haye, wolvenkenner en teamleider land- en zeezoogdieren
bij de Zoogdiervereniging. “Zij willen dat de wolf wordt afgeschoten en uit het land verdwijnt." Daarnaast is er een groep die wel wil, maar niet goed weet hoe. “Er gaat veel misinformatie rond.”"

8. Herkent GS deze stellingen in Flevoland? Welke rol kan de provincie spelen in het verbeteren van de informatievoorziening over de wolf en de verplichting en mogelijkheden tot preventieve maatregelen?

Antwoord:
Nee, wij herkennen deze expliciete stellingen niet in Flevoland. Wij hebben op onze provinciale website een webpagina met informatie over de wolf. Daar staat informatie op over preventieve maatregelen en wordt verwezen naar de Faunaschade PreventieKit voor wolven op de website van BIJ12.

9. Gelooft GS in de werkzaamheid van preventieve maatregelen in het voorkomen van slachtoffers door de wolf? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom besluit GS dan niet om voor de aanschaf van preventieve maatregelen een subsidieregeling of leenregeling open te stellen?

Antwoord:
Wij zijn van mening dat preventieve maatregelen kunnen bijdragen aan het verminderen van het aantal wolvenaanvallen op vee, hoewel er ook gevallen bekend zijn van wolvenaanvallen binnen wolvenwerende rasters. In Flevoland hebben wij momenteel geen gebieden waarvan bekend is dat wolven zich er min of meer permanent ophouden of er regelmatig worden waargenomen. Incidenteel komt er een zwervende wolf voor in onze provincie. Dat is de reden waarom we in Flevoland op dit moment geen subsidieregeling voor wolfwerende rasters hebben opengesteld. Wel hebben we een aantal noodsets wolfwerende rasters (flexinet) beschikbaar, die kunnen worden ingezet indien er sprake is van een calamiteit waarin in korte tijd herhaaldelijk landbouwhuisdieren worden aangevallen op dezelfde plek.

Interessant voor jou

Vervolgvragen beantwoording schriftelijke vragen stopzetten NPLG

Lees verder

Stikstofproblematiek en prioriteiten

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Doe mee Doneer