Flevo­lands Programma Landelijk Gebied


Indiendatum: 4 okt. 2023

Recent is bekend geworden dat het Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur - in de volksmond beter bekend als het ‘stikstoffonds’ - controversieel verklaard is door de Eerste Kamer. Met dit fonds wil(de) het kabinet de maatregelen bekostigen die nodig zijn om de stikstofbelasting van de natuur terug te dringen, evenals de uitstoot van broeikasgassen door landbouw en landgebruik. Het controversieel verklaren hiervan, betekent dat de huidige regering daar geen nieuw beleid mee mag maken. Daarbij zijn sommige landelijke wettelijke doelen rondom natuur- en milieubeheer deels voorlopig. Aan de provincies is gevraagd om hun ‘conceptprogramma landelijk gebied’ wel op de voorlopige doelen te baseren. De definitieve doelen worden in het Nationaal programma Landelijk Gebied (NPLG) vastgelegd door de minister voor Natuur en Stikstof, na ter inzagelegging van het ontwerp-NPLG en parlementaire behandeling. Deze behandeling is nu ook vertraagd. Provincie Flevoland heeft allerlei plannen ingediend om (maximaal) € 1 miljard te verkrijgen vanuit het transitiefonds. Hiermee moet bijgedragen worden aan het halen van allerlei (wettelijke) doelen. ‘De toewijzing van middelen uit het Transitiefonds bepaalt mede hoeveel maatregelen we daadwerkelijk kunnen oppakken. (….)’. Zie Programmabegroting 2024. De Partij voor de Dieren verkrijgt graag duidelijkheid over de status van de voorgenomen plannen om doelen te behalen, ook als het geld er niet (op korte termijn) komt.

1. Is Gedeputeerde Staten het met de Partij voor de Dieren eens dat haast geboden is om verschillende doelen te bereiken en dat het hiervoor noodzakelijk is dat er overeenstemming is over welke doelen dit zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat doet GS eraan om deze duidelijkheid te verkrijgen?

2. Is het voor het college duidelijk op hoeveel geld vanuit het Rijk rondom de stikstofvermindering gerekend kan worden op korte termijn en is gespecificeerd voor welke doelen precies? Zo nee, wat gaat GS doen om deze duidelijkheid wel te verkrijgen?

3. Om de natuur- en milieudoelen doelen te behalen werd in het concept FPLG voorgesorteerd op grote bedragen vanuit het Rijk. Graag krijgen wij een overzicht van de inzet op deze doelen en de mate van haalbaarheid van de doelen, met of zonder het extra geld vanuit het Rijk. Dus voor elk onderwerp een antwoord op de vragen: liggen we op koers met het behalen van dit doel? Zijn we voor dit doel afhankelijk van de gelden vanuit het Stikstoffonds? Zo ja, is er inzicht in de hoeveelheid en termijn waarop Flevoland dit geld krijgt? Zo nee, wordt er al gezocht naar andere (financiële) middelen om dit doel alsnog te kunnen behalen? Zie p. 38 van het concept FPLG.

NATUUR

a. 30% natuurherstel Vogel- en habitatrichtlijn (VHR, 2030)
b. Gunstige staat van instandhouding:
i. • Lepelaarplassen (12 instandhoudingsdoelen)
ii. • Oostvaardersplassen (31 instandhoudingsdoelen)
iii. Vollenhovermeer
iv. Verbeteren natuurtypen: open akkerland, (natte) dooradering, moerassen,
vochtige graslanden, rijke graslanden en akkers
c. Doelen vastgelegd in Flevolandse Stikstofaanpak
d. Areaal opgave nieuw bos voor 2030 Vastgelegd in Flevolandse bossenstrategie: 1.700 ha voor 2050, waarvan 1.200 ha voor 2030
e. Natuur Netwerk Nederland: Flevolandse opgave is inrichting van 105 ha NNN
f. Hydrologische condities N2000-gebieden op orde (2027): Benodigde maatregelen zijn opgenomen in N2000- beheerplannen Lepelaarplassen en Oostvaardersplassen in samenhang met project Oostvaardersoevers.

WATER

g. Voldoen aan wettelijke KRW-normen (2027):
i. de biologische kwaliteitselementen in het oppervlaktewater;
ii. concentraties nutriënten (P en N) in oppervlaktewaterlichamen;
iii. concentraties gewasbeschermingsmiddelen in grond- en oppervlaktewaterlichamen;
iv. concentraties van overige verontreinigingen en prioritaire stoffen in het oppervlaktewater;
v. het grondwater conform de KRW-grondwaterrichtlijn en de Nitraatrichtlijn.
vi. grondwaterlichamen voldoen aan de norm voor een goede kwantitatieve toestand uiterlijk in 2027.
h. Beleid, inrichting en beheer aangepast aan het veranderende klimaat
i. Bodem: Voldoen aan een gezonde bodem van goede kwaliteit die kan bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van het landelijk gebied (en daarmee basis biedt voor functies zoals natuur en landbouw en andere omgevingskwaliteiten zoals water, klimaat en biodiversiteit). In lijn van het Nationaal Programma Landbouwbodems (NPL) uit 2020 – als onderdeel van de Kringlooplandbouwvisie – worden alle landbouwbodems duurzaam beheerd.

KLIMAAT (BROEIKASGASSEN)

j. Landelijke emissiereductieopgave broeikasgassen voor de veehouderij en akkerbouw (mestaanwending in de akkerbouw): Voor Flevoland is als doel een emissiereductie van 0,1 Mton CO₂ eq (2030) vastgelegd in de Kamerbrief van 10
februari 2023.
k. Landelijke koolstofvastlegging in bomen/bos/natuur van 0,4 – 0,8 Mton CO₂ eq en in landbouwbodems van 0,5 Mton CO₂ eq (2030): Bomen/bos/natuur worden gerealiseerd via bossenstrategie.
l. 10 % groenblauwe dooradering uiterlijk in 2050, 5% al in 2030

Indiendatum: 4 okt. 2023
Antwoorddatum: 1 nov. 2023

1. Is Gedeputeerde Stoten het met de Partij voor de Dieren eens dot haast geboden is om verschillende doelen te bereiken en dot het hiervoor noodzakelijk is dat er overeenstemming is over welke doelen dit zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat doet GS eraan om deze duidelijkheid te verkrijgen?

Antwoord:
De doelen voor Flevoland op het gebied van natuur, stikstof, water en klimaat, inclusief de termijnen waarop deze doelen moeten worden gehaald, zijn door het Rijk aangegeven in Rijksnota’s, Rijksbrieven en in het Ontwikkeldocument Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Deze zijn meegenomen in het conceptontwerp van het Flevolands Programma Landelijk Gebied (FPLG). Het gaat bij de doelen en termijnen hoofdzakelijk om bestaande doelen, bijvoorbeeld vanuit de Kaderrichtlijn Wateren de Wet stikstof en natuur; aan deze doelen wordt door de provincie en andere partijen gewerkt.
Zoals in het conceptontwerp van het FPLG benoemd, verwachten Gedeputeerde Staten nog (nader aangescherpte) doelen worden benoemd op het gebied van natuur. Gedeputeerde Staten zijn het erover eens dat er voortvarend met het bereiken van de doelen aan de slag wordt gegaan. De provinciale rol is daarbij echter wel afhankelijk van de inzet van betrokken partijen, waaronder het Rijk als het gaat om het beschikbaar stellen van middelen.

2. Is het voor het college duidelijk op hoeveel geld vanuit het Rijk rondom de stikstofvermindering gerekend hon worden op korte termijn en is gespecificeerd voor welke doelen precies? Zo nee, wat gaat GS doen om deze duidelijkheid wel te verkrijgen?

Antwoord:
Het Transitiefonds wordt pas operationeel als het parlement de instellingswet voor het Transitiefonds heeft aangenomen. Het Transitiefonds is door de Tweede Kamer aangenomen. Gezien de demissionaire status van het kabinet heeft de Eerste kamer op dinsdag 3 oktober 2023 besloten het wetsvoorstel 'Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur' niet te
behandelen. Met dit fonds wil het kabinet de maatregelen bekostigen die nodig zijn voor de transitie van het landelijk gebied. Het wetsvoorstel is nu (zonder stemming) controversieel verklaard. Onduidelijk is wat hier de precieze gevolgen van zijn. Het kabinet heeft eerder al besloten om een deel van de middelen in 2022 en 2023 beschikbaar te maken voor de
zogenoemde versnellingsmaatregelen die nu al uitgevoerd kunnen worden. Provinciale Staten zijn over deze maatregelen onder meer in het voorjaar van 2023 geïnformeerd, zoals via de tussenrapportage Flevolandse Aanpak Stikstof. Daarnaast heeft het Rijk gevraagd tegelijkertijd met het conceptontwerp van het FPLG twee maatregelpakketten in te dienen. Deze maatregelpakketten zijn opgenomen in bijlage 2 van het FPLG, waarbij In het FPLG is aangegeven dat voor de realisatie van de maatregelen een bedrag van € 18,25 miljoen nodig is. Het conceptontwerp FPLG, inclusief de voorgestelde maatregelpakketten, is door uw Staten behandeld op 28 juni 2023. De toetsing en beoordeling van deze
maatregelpakketten zijn nog onderhanden bij het ministerie van LNV. Wij voorzien dat de besluitvorming door het Rijk op deze twee maatregelenpakketten en de daarbij bijbehorende budgetten niet voor eind van dit jaar plaats zal vinden.

3. Om de natuur- en milieudoelen doelen te behalen werd in het concept FPLG voorgesorteerd op grote bedragen vanuit het Rijh. Graag krijgen wij een overzicht van de inzet op deze doelen en de mate van haalbaarheid van de doelen, met afzonder het extra geld vanuit het Rijk. Dus voor elk onderwerp een antwoord op de vragen: liggen we op koers met het behalen van dit doel? Zijn we voor dit doel afhankelijk van de gelden vanuit het Stikstoffonds? Zo ja, is er inzicht in de
hoeveelheid en termijn waarop Flevoland dit geld krijgt? Zo nee, wordt er al gezocht naar andere (financiële) middelen om dit doel alsnog te kunnen behalen? Zie p. 38 van het concept FPLG.

Antwoord:
Het conceptontwerp van het FPLG geeft een overzicht van doelen en maatregelen die de provincie heeft benoemd om die doelen integraal en in gezamenlijkheid met de samenleving en de medeoverheden te realiseren binnen de verschillende termijnen die voor de doelen zijn gesteld. Om de doelen binnen de gestelde termijnen te halen, is een bedrag nodig van €1,0 miljard, zoals opgenomen in hoofdstuk 13 van het conceptontwerp. Daarbij is toegelicht dat in dit bedrag rekening is gehouden met de dekking van de kosten van de maatregelen uit andere financieringsbronnen dan alleen het Transitiefonds, zoals Klimaatfonds, Programma Natuur, KRW-gelden en het GLB. Hier wordt actief naar gekeken. Voor de realisatie van de maatregelen uit het conceptontwerp van het FPLG is Flevoland mede afhankelijk van de middelen uit het Transitiefonds. Zoals benoemd bij vraag 2 wordt het Transitiefonds pas operationeel als het parlement de instellingswet Transitiefonds heeft aangenomen.

In het FPLG zijn de regionale doelen voor de provincie Flevoland opgenomen. In het FPLG is inzichtelijk gemaakt wat de stand van doelbereik is. Voor Natuur gaat het om hoofdstuk 6.3, voor Water gaat het om hoofdstuk 6.5 en voor Klimaat gaat het om hoofdstuk 6.6. Doelrealisatie is onder meer afhankelijk van de beschikbaarheid van middelen vanuit het Rijk