Bode­massen bij Afvalzorg aan de Zeeas­terweg in Lelystad


Indiendatum: 5 jul. 2024

Aan de voorzitter van het College van Gedeputeerde Staten

Betreft: Schriftelijke vragen ex. artikel 23 Reglement van Orde Provinciale Staten van Flevoland inzake bodemassen bij Afvalzorg aan de Zeeasterweg in Lelystad.

Geachte voorzitter,

Op maandag 27 mei jl. verscheen bij Omroep Flevoland een bericht over de opslag van bodemassen in de openlucht bij Afvalzorg aan de Zeeasterweg in Lelystad. Volgens gerechtelijk deskundige Cor Coenrady moeten stuifgevoelige bodemassen in een afgesloten ruimte worden opgeslagen en is Afvalzorg in overtreding. De reactie van directeur Mark Vaal is opmerkelijk: hij weet al langer van de nieuwe regels die sinds 1 januari 2024 gelden maar weet niet waarom ze niet worden nageleefd.

Een week later, op maandag 3 juni, komt diezelfde omroep met een vervolgbericht waarin de reactie van de provincie wordt gegeven. Volgens de provincie mogen de bodemassen in de openlucht worden opgeslagen en is Afvalzorg niet in overtreding. “Volgens de provincie is de regelgeving waarop Coenrady doelt niet op dit bedrijf van toepassing en is er geen aanleiding om te vermoeden dat het stof uitwaait naar de omgeving.”

De Partij voor de Dieren is bezorgd over deze berichtgeving en heeft daarom de volgende vragen aan het college:

1. Klopt het dat er bodemassen worden verwerkt en opgeslagen (al dan niet tijdelijk) op het terrein van Afvalzorg aan de Zeeasterweg bij Lelystad?

2. Bevatten deze bodemassen stoffen, zoals zware metalen, die gevaarlijk kunnen zijn voor het milieu en de volksgezondheid? Zo niet, welke stoffen worden er dan in aangetroffen en hoe gevaarlijk zijn die?

3. Kan het college uitleggen waarom er geen aanleiding is te vermoeden dat deze bodemassen uitwaaien naar de omgeving?

4. Waarom is de provincie van mening dat Afvalzorg niet hoeft te voldoen aan de regelgeving omtrent de opslag van (stuifgevoelige) bodemassen in een afgesloten ruimte?

5. Kan het college uitleggen waarom de opslag van bodemassen in de openlucht voldoet aan het gebruik van de BBT (Best Beschikbare Techniek)?

6. Voldoet Afvalzorg met de opslag van bodemassen in de openlucht volgens het college aan de Specifieke Zorgplicht jegens omwonenden? Kunt u dat toelichten?

7. Afvalzorg heeft plannen om de huidige afvalheuvels te verhogen van maximaal 15 naar 35 meter. Is het college het met Partij voor de Dieren eens dat dit de kans op verstuiving van bodemassen zal doen toenemen? Zo nee, waarom niet?

8. Gaat er bij de toetsing van de nog aan te vragen MER voor de geplande verhoging nog gekeken worden naar het risico op stuifgevoelige stoffen? Zo nee, waarom niet?

9. Provincie Flevoland is voor 10% aandeelhouder in NV Afvalzorg en Provincie Noord-Holland voor 90%. Via de Omgevingsdienst (OFGV) houdt provincie Flevoland toezicht op Afvalzorg. Is het college het met Partij voor de Dieren eens dat dit sterkt riekt naar “de slager die zijn eigen vlees keurt"? Zo nee, waarom niet?

10. Hoe vaak controleert de provincie of de vergunning die aan Afvalzorg is verleend nog voldoet aan de BBT en wanneer was de laatste controle?

11. Genoemd expert (dhr. Coenrady) is een veelgevraagd deskundige (o.a. voor tv-programma's Zembla en Argos, in een zaak tegen Tata Steel). Trekt het college zijn deskundigheid in twijfel in deze? Zo niet, hoe verklaart het college dan het verschil van inzicht over toepassing van betreffende wet- en regelgeving?

Wij verzoeken u deze vragen binnen de gebruikelijke termijn te beantwoorden.

Met hartelijke groet,

Kjell van Wijlandt
Partij voor de Dieren

Indiendatum: 5 jul. 2024
Antwoorddatum: 12 sep. 2024

Op maandag 27 mei jl. verscheen bij Omroep Flevoland een bericht 1 over de opslag van bodemassen in de
openlucht bij Afvalzorg aan de Zeeasterweg in Lelystad. Volgens gerechtelijk deskundige Cor Coenrady moeten stuifgevoelige bodemassen in een afgesloten ruimte worden opgeslagen en is Afvalzorg in overtreding. De reactie van directeur Mark Vaal is opmerkelijk: hij weet al langer van de nieuwe regels die sinds 1 januari 2024 gelden maar weet niet waarom ze niet worden nageleefd.

Een week later, op maandag 3 juni, komt diezelfde omroep met een vervolgbericht 2 waarin de reactie van de provincie wordt gegeven. Volgens de provincie mogen de bodemassen in de openlucht worden opgeslagen en is Afvalzorg niet in overtreding. “Volgens de provincie is de regelgeving waarop Coenrady doelt niet op dit bedrijf van toepassing en is er geen aanleiding om te vermoeden dat het stof uitwaait naar de omgeving.”

De Partij voor de Dieren is bezorgd over deze berichtgeving en heeft daarom de volgende vragen aan het college:

Vragen:

1. Klopt het dat er bodemassen worden verwerkt en opgeslagen (al dan niet tijdelijk) op het terrein van Afvalzorg aan de Zeeasterweg bij Lelystad?

Antwoord:
Ja.

2. Bevatten deze bodemassen stoffen, zoals zware metalen, die gevaarlijk kunnen zijn voor het milieu en de volksgezondheid? Zo niet, welke stoffen worden er dan in aangetroffen en hoe gevaarlijk zijn die?

Antwoord:
De bodemassen bij Afvalzorg bevatten gevaarlijke stoffen zoals zware metalen, echter de concentratie daarvan is beneden de grens waarbij sprake is van gevaarlijke afvalstoffen. Hierop vindt toezicht plaats.

3. Kan het college uitleggen waarom er geen aanleiding is te vermoeden dat deze bodemassen uitwaaien naar de omgeving?

Antwoord:
Stofhinder mag volgens de vergunning niet buiten de inrichtingsgrens van Afvalzorg optreden. Gebeurt dit wel, dan is dat een overtreding op de milieuvergunning. Het is daarom aan Afvalzorg om stofhinder te voorkomen. Bijvoorbeeld door stuifgevoelige afvalstoffen te besproeien bij wind. De milieuvergunning dekt dit afdoende.

4. Waarom is de provincie van mening dat Afvalzorg niet hoeft te voldoen aan de regelgeving omtrent de opslag van (stuifgevoelige) bodemassen in een afgesloten ruimte?


Antwoord:

Onder de Omgevingswet zijn voorschriften opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving (BAL) die van toepassing zijn op het opslaan van goederen. Een aantal van deze voorschriften zijn anders dan voorheen onder het Activiteitenbesluit. Zo ook de regelgeving omtrent de opslag van (stuifgevoelige)bodemassen. Die regels staan in hoofdstuk 4 van het BAL, deze zijn niet van toepassing op complexe bedrijven. Afvalzorg is een complex bedrijf. Aan de vergunning van Afvalzorg als complex bedrijf worden voorschriften verbonden die specifiek zijn voor de locatie en bedrijfsvoering van
Afvalzorg en die beschouwd worden als best beschikbare techniek (BBT) of maatregel.

De voorschriften in de vergunning van Afvalzorg met betrekking tot opslaan van stoffen zijn doelvoorschriften. Het doel is dat er geen (stof)hinder buiten de inrichting mag ontstaan als gevolg van de werkzaamheden binnen de inrichting van Afvalzorg. Het voorkomen van stofhinder buiten de inrichting is met de opgelegde voorschriften voldoende geborgd en vastgelegd in de vergunning. De Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) ziet toe op de voorschriften uit de vergunning. Vanuit milieu-hygiënisch oogpunt is het om die reden niet noodzakelijk dan wel niet mogelijk om aanvullende stringentere maatregelen op te leggen die hetzelfde doel beogen. De OFGV
houdt toezicht op het naleven van hetgeen is voorgeschreven in de vergunning.

5. Kan het college uitleggen waarom de opslag van bodemassen in de openlucht voldoet aan het gebruik van de BBT (Best Beschikbare Techniek)?


Antwoord:
Voor een stortplaats, zoals Afvalzorg, is de opslag van stuifgevoelige stoffen (zoals bodemassen) opslaan in een gesloten ruimte geen BBT maatregel. Deze maatregel wordt immers niet genoemd in het referentiedocument: de BREF storten (EU richtlijn 1999/31/EG, die als BBT-conclusies voor stortplaatsen worden gezien) en de regel in hoofdstuk 4 van het BAL geldt, zoals hiervoor al aangegeven, niet voor een stortplaats.

6. Voldoet Afvalzorg met de opslag van bodemassen in de openlucht volgens het college aan de Specifieke Zorgplicht jegens omwonenden? Kunt u dat toelichten?


Antwoord: Ja, mits stofhinder buiten de inrichtingsgrens door Afvalzorg wordt voorkomen. Het is niet de specifieke zorgplicht, maar de milieuvergunning die dit al afdoende dekt. Zie toelichting antwoord vraag 3.

7. Afvalzorg heeft plannen om de huidige afvalheuvels te verhogen van maximaal 15 naar 35 meter. Is het college het met Partij voor de Dieren eens dat dit de kans op verstuiving van bodemassen zal doen toenemen? Zo nee, waarom niet?


Antwoord:
Het is mogelijk dat er met deze verhoging meer last wordt ervaren door de wind. In dit geval is het aan Afvalzorg om passende maatregelen te nemen, om te voorkomen dat er stofhinder buiten de inrichtingsgrens kan optreden.

8. Gaat er bij de toetsing van de nog aan te vragen MER voor de geplande verhoging nog gekeken worden naar het risico op stuifgevoelige stoffen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Er dient nog overleg plaats te vinden met de OFGV omtrent de zogeheten Notitie Reikwijdte en Detail (NRD), waarbij Afvalzorg een voorstel doet voor de wijze waarop de MER wordt afgebakend.

9. Provincie Flevoland is voor 10% aandeelhouder in NV Afvalzorg en Provincie Noord-Holland voor 90%. Via de Omgevingsdienst (OFGV) houdt provincie Flevoland toezicht op Afvalzorg. Is het college het met Partij voor de Dieren eens dat dit sterkt riekt naar “de slager die zijn eigen vlees keurt"? Zo nee,
waarom niet?

Antwoord:
Binnen de provincie Flevoland houden wij de rollen van aandeelhouder en bevoegd gezag strikt gescheiden. Beide onderwerpen zijn bij twee verschillende gedeputeerden belegd. Daarnaast is de provincie Flevoland slechts 10% eigenaar van Afvalzorg, zoals ook al door u is benoemd. Ook heeft de OFGV het volledige mandaat voor vergunningverlening en toezicht van de provincie voor de stortplaats Zeeasterweg van Afvalzorg. Daarmee is voor een belangrijk deel onafhankelijkheid geborgd.

10. Hoe vaak controleert de provincie of de vergunning die aan Afvalzorg is verleend nog voldoet aan de BBT en wanneer was de laatste controle?


Antwoord:

De OFGV controleert ten minste jaarlijks het bedrijf Afvalzorg aan de Zeeasterweg in Lelystad. Dit gebeurt volgens een toezichtplan dat specifiek voor dit bedrijf is geschreven. Het toezicht of Afvalzorg voldoet aan de BBT maakt daarvan onderdeel uit. Als er aanleiding voor is, wordt vaker een controle
bij het bedrijf uitgevoerd. De laatste reguliere controle heeft plaatsgevonden in november 2023.

11. Genoemd expert (dhr. Coenrady) is een veelgevraagd deskundige (o.a. voor tv-programma's Zembla en Argos, in een zaak tegen Tata Steel). Trekt het college zijn deskundigheid in twijfel in deze? Zo niet, hoe verklaart het college dan het verschil van inzicht over toepassing van betreffende wet- en regelgeving?


Antwoord:
Wij kunnen niet oordelen over de deskundigheid van genoemde expert, maar wel stellen dat hij in zijn uitspraak geen rekening houdt met het verschil in regelgeving tussen complexe en niet-complexe bedrijven in het BAL. Naar onze mening moet dat in deze situatie wel.

Interessant voor jou

Normoverschijding Dinoterb

Lees verder

Stopzetten Nationaal Programma Landelijk Gebied

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Doe mee Doneer