Stop­zetten Nationaal Programma Landelijk Gebied


Indiendatum: 5 sep. 2024

Geachte Voorzitter,

Overeenkomstig artikel 23 Reglement van Orde Provinciale Staten van Flevoland stelt de fractie PvdD, mede ingediend namens de fracties van D66 en SP, de volgende schriftelijke vragen aan het college van Gedeputeerde Staten inzake het stopzetten van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Op woensdag 4 september 2024 meldde de NOS dat het nieuwe kabinet een streep zet door het Nationaal Programma Landelijk Gebied alsmede het geld dat zou worden uitgetrokken voor een regionale stikstofaanpak.

Wij stellen naar aanleiding hiervan de volgende vragen aan het college van GS:

1. Wat is, volgens het college, het gevolg van het niet beschikbaar komen van het landelijke transitiefonds en het vervallen van het NPLG voor Flevoland? Hoe is er over deze nieuwe ontwikkeling en landelijke voornemens met uw college en het IPO gecommuniceerd?
2. Er is in de afgelopen jaren veel tijd en moeite gestoken in het opstellen van een Flevolands Programma Landelijk Gebied (FLPG). Zowel bestuurlijk, ambtelijk maar zeker ook door de inwoners en agrariërs van Flevoland. Wat zijn de totale kosten die tot nu toe gemaakt zijn door provincie Flevoland en haar partners voor het ontwikkelen van het FPLG?
3. Is het college het met ons eens dat het zonde zou zijn om alle tijd en moeite nu teniet te laten gaan, en dat dit van een onbetrouwbare overheid zou getuigen?
4. Op vrijdag 30 augustus heeft het IPO , mede namens Flevoland, een position paper aangeboden aan de Tweede Kamercommissie Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid. Deze was ook van belang voor het debat in de Kamercommissie op 4 september. Onderschrijft het college gelet op genoemde laatste landelijke ontwikkelingen nog steeds dit paper en
alle overwegingen hierin?2 En wat zijn uw conclusies en die van het IPO naar aanleiding van het commissiedebat van 4-9?
5. Wat doet het college om het kabinet te bewegen om dit besluit te herzien en geld en landelijk draagvlak te waarborgen zodat de gebiedsprocessen deugdelijk kunnen worden voortgezet en de doelen die geformuleerd zijn en niet van tafel zijn behaald kunnen worden?
6. Is het college het met ons eens dat het onrealistisch is om vanuit het kabinet te bekijken of er nog uitzonderingen te bedingen zijn op Europese afspraken?
7. Is het college het met ons eens dat provinciale inzet nog steeds nodig is om wettelijke doelen en opgaven voor landbouw, water, natuur en klimaat te behalen?
8. Is het college bereid om, net als de provincie Utrecht, zich publiekelijk uit te spreken dat we als provincie door zullen gaan met het realiseren van de huidige doelen? Zo nee, waarom niet?
9. Wat gaat het college doen met alle reeds voorbereide processen en plannen rondom NPLG? En wat zijn volgens het College de gevolgen voor de te ontwikkelen Landbouwvisie?
10. Vanaf medio 2025 kan er door provincies gehandhaafd gaan worden op natuurvergunningen van PAS-melders. Is het college het met ons eens dat het beter is om zelf proactief beleid te voeren hierop, in plaats van te wachten op intrekkingsverzoeken van derde partijen?

Ayla Lokhorst, Partij voor de Dieren
Yvonne den Boer, D66
John Cocu, SP

Indiendatum: 5 sep. 2024
Antwoorddatum: 24 sep. 2024

Inleiding:

Op woensdag 4 september 2024 meldde de NOS dat het nieuwe kabinet een streep zet door het Nationaal Programma Landelijk Gebied alsmede het geld dat zou worden uitgetrokken voor een regionale stikstofaanpak.

Vragen:

1. Wat is, volgens het college, het gevolg van het niet beschikbaar komen van het landelijke transitiefonds en het vervallen van het NPLG voor Flevoland? Hoe is er over deze nieuwe ontwikkeling en landelijke voornemens met uw college en het IPO gecommuniceerd?

Antwoord:
Het niet beschikbaar komen van het Transitiefonds verandert niets aan onze gezamenlijke opgaven in het landelijk gebied, noch onze ambities om te komen tot een toekomstbestendig landelijk gebied. Het zal wel kunnen betekenen dat doordat er minder middelen beschikbaar zijn het langer duurt om de opgaven en ambities te realiseren. Het (concept-ontwerp) Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) is een document van het Rijk en alleen bindend voor het Rijk. Wat het vervallen van het NPLG betekent is voor ons nog niet duidelijk. Hiervoor zal de uitwerking van het regeerprogramma meer duidelijkheid moeten geven.

Als college hebben we nog geen bericht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) dat het NPLG formeel geschrapt is. Dit is recent in de Bestuurlijke Adviescommissie (BAC) besproken. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) stuurt een brief naar de Minister van LVVN met verzoek het vervallen van het NPLG officieel te bevestigen. De troonrede en de begroting hebben over het vervallen van het NPLG geen verdere duidelijkheid gegeven.

2. Er is in de afgelopen jaren veel tijd en moeite gestoken in het opstellen van een Flevolands Programma Landelijk Gebied (FLPG). Zowel bestuurlijk, ambtelijk maar zeker ook door de inwoners en agrariërs van Flevoland. Wat zijn de totale kosten die tot nu toe gemaakt zijn door provincie Flevoland en haar partners voor het ontwikkelen van het FPLG?

3. Is het college het met ons eens dat het zonde zou zijn om alle tijd en moeite nu teniet te laten gaan, en dat dit van een onbetrouwbare overheid zou getuigen?

Antwoord op vraag 2 en 3:
Het concept-ontwerp Flevolands Programma Landelijk Gebied (FPLG) is opgesteld om de Flevolandse bestaande ambitie, opgaven en doelbereik met elkaar in verband te brengen en inzicht te krijgen in integrale oplossingen/maatregelen. Het document is waardevol bij het verder werken aan een toekomstbestendig landelijk gebied en geeft richting aan de gebiedsprocessen en initiatieven in het landelijk gebied. De uitkomsten zijn bruikbaar bij de verdere stappen in het landelijk gebied waarbij de ‘Visie op landbouw’ een belangrijke aanvulling zal zijn.

4. Op vrijdag 30 augustus heeft het IPO, mede namens Flevoland, een position paper aangeboden aan de Tweede Kamercommissie Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid. Deze was ook van belang voor het debat in de Kamercommissie op 4 september. Onderschrijft het college gelet op genoemde laatste landelijke ontwikkelingen nog steeds dit paper en alle overwegingen hierin?2 En wat zijn uw conclusies en die van het IPO naar aanleiding van het commissiedebat van 4-9?

Antwoord:
De ontwikkelingen bij het Rijk zijn voor ons nu geen aanleiding om de position paper aan te passen. Wij hebben geen conclusies getrokken naar aanleiding van het commissiedebat.

5. Wat doet het college om het kabinet te bewegen om dit besluit te herzien en geld en landelijk draagvlak te waarborgen zodat de gebiedsprocessen deugdelijk kunnen worden voortgezet en de doelen die geformuleerd zijn en niet van tafel zijn behaald kunnen worden?

Antwoord:
Wij blijven ons op alle manieren inzetten om het Rijk te wijzen op de opgaven in het landelijk gebied van Flevoland en de noodzaak dat het Rijk zich hiervoor inzet en middelen beschikbaar stelt.

6. Is het college het met ons eens dat het onrealistisch is om vanuit het kabinet te bekijken of er nog uitzonderingen te bedingen zijn op Europese afspraken?

Antwoord:
Dit is een afweging van het Rijk.

7. Is het college het met ons eens dat provinciale inzet nog steeds nodig is om wettelijke doelen en opgaven voor landbouw, water, natuur en klimaat te behalen?

Antwoord:
Wij zijn het met u eens dat provinciale inzet nodig is om de wettelijke doelen en opgaven voor de landbouw, water, natuur en klimaat te behalen, rekening houdend met de kaders die Provinciale Staten hebben vastgesteld en voor zover dat in ons vermogen ligt.

8. Is het college bereid om, net als de provincie Utrecht, zich publiekelijk uit te spreken dat we als provincie door zullen gaan met het realiseren van de huidige doelen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
De gedeputeerde Landbouw heeft zich tijdens de Statencommissie RND van 4 september 2024
uitgesproken namens het college. Verder hebben wij in onder meer de nieuwsbrief Landelijk Gebied
een bericht opgenomen dat we ons als provincie Flevoland, samen met onze gebiedspartners, blijven
inzetten voor een toekomstbestendig landelijk gebied.

9. Wat gaat het college doen met alle reeds voorbereide processen en plannen rondom NPLG? En wat zijn volgens het College de gevolgen voor de te ontwikkelen Landbouwvisie?

Antwoord:
We staan achter onze ambities voor het landelijk gebied en zetten de gesprekken en gebiedsprocessen voort.
Wij zien geen gevolgen voor de te ontwikkelen ‘visie op Landbouw’. Het concept-ontwerp NPLG is een Rijksdocument. Wij hebben als provincies, via het IPO een zienswijze ingediend.

10. Vanaf medio 2025 kan er door provincies gehandhaafd gaan worden op natuurvergunningen van PAS melders. Is het college het met ons eens dat het beter is om zelf proactief beleid te voeren hierop, in plaats van te wachten op intrekkingsverzoeken van derde partijen?

Antwoord:
Het oplossen van PAS-melders is aan het Rijk. Het is ook aan het Rijk om instrumentarium en budget beschikbaar te stellen. Wel houden wij nauw contact met het Rijk, IPO en andere provincies over de ontwikkelingen met betrekking tot PAS-melders. Wij willen ons daarbij zo goed mogelijk voorbereiden op deze ontwikkelingen en acties die daaruit kunnen volgen om de situatie rondom PAS-melders te verbeteren. We willen de middelen en instrumenten die het Rijk daarvoor beschikbaar stelt, zo goed
mogelijk inzetten voor de Flevolandse PAS-melders.

Interessant voor jou

Bodemassen bij Afvalzorg aan de Zeeasterweg in Lelystad

Lees verder

Konikpaarden Oostvaardersveld

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Doe mee Doneer