Staten­vragen over gezond­heids­ri­sico’s omwo­nenden van pluim­vee­hou­de­rijen

Indiendatum: mrt. 2017

Schriftelijke vragen ex. artikel 23 Reglement van Orde Provinciale Staten van Flevoland over gezondheidsrisico’s omwonenden van pluimveehouderijen

Geachte Voorzitter van Provinciale Staten,

Overeenkomstig artikel 23, lid 1 en 2 van het Reglement van Orde stelt de fractie van de Partij voor de Dieren vragen aan het college van Gedeputeerde Staten over gezondheidsrisico’s van omwonenden van pluimveehouderijen.

1. Bent u bekend met het onderzoek (juli 2016) van het RIVM, Universiteit Utrecht, Wageningen UR en NIVEL (in het nieuws gebracht door o.a. NOS en Volkskrant): "Mogelijke effecten van intensieve veehouderij op de gezondheid van omwonenden: onderzoek naar potentie?le blootstelling en gezondheidsproblemen"?
   Uit dit onderzoek blijkt er een sterke relatie te zijn tussen veehouderij en gezondheid voor met name infecties aan de bovenste luchtwegen en afname van longfuncties van omwonenden. Kinderen die nabij intensieve veehouderijen wonen hebben vaker last van eczeem. Deze mogelijke effecten op de gezondheid zijn afkomstig door ammoniak (mest) en fijnstof.
   Een recentere analyse in navolging daarop is deze week gepubliceerd naar aanleiding van een grootschalig onderzoek van onder andere Universiteit Utrecht en UMC Utrecht. Hieruit is gebleken dat de grootschalige uitstoot van stofdeeltjes, afkomstig van pluimveehouderijen, voor een verstoorde bacteriepopulatie zorgen in de keel wat longontsteking kan veroorzaken. Mensen die in een straal van 1,15 kilometer van een pluimveebedrijf wonen hebben extra risico op het krijgen van longontsteking en longfuctie afname. Voor mensen die lijden aan MS, COPD, muco en lupus is er een verhoogde kans van het ontwikkelen van long-, hart- en huidproblemen.
2. Is er bekend hoeveel mensen er binnen een straal van 1,15 kilometer van een veehouderij wonen in Flevoland, inclusief die in agrarische percelen? Hoeveel daarvan wonen binnen die straal van een bedrijf met pluimvee?
3. Wordt er door artsen bij gevallen van omwonenden van veehouderijen met gezondheidsproblemen rekening gehouden met het feit dat zij in de buurt van een veehouderij wonen?
4. Is GS het met ons eens dat het goed zou zijn als er wetgeving zou komen om eisen te kunnen stellen aan uitbreiding of nieuwvestiging van (pluim)veehouderijen in verband met de (negatieve) gevolgen voor de volksgezondheid? Is GS bereid om daar in IPO-verband aan mee te werken?
5. Is de provincie van plan uitbreiding en nieuwvestiging van (pluim)veehouderijen te weren vanwege de volksgezondheid?
6. LTO heeft als reactie op het onderzoek gegeven dat scharrelkippen voor meer stof zorgen maar dat de maatschappij daarvoor kiest. Bent u het met ons eens dat LTO er hierbij aan voorbij gaat dat kleinschaliger en biologisch gehouden (gras)kippen juist voor minder fijnstof zorgen?
7. Is de provincie voornemens om, daar waar mogelijk, kleinschalige (familie)bedrijven en de biologische veehouderijen te stimuleren?

Namens de Flevolandse fractie van de Partij voor de Dieren,

Melissa Bax, lid provinciale staten