Staten­vragen vossen­ont­heffing


Indiendatum: mrt. 2017

Schriftelijke vragen ex. artikel 23 Reglement van Orde Provinciale Staten van Flevoland over de op 21 december 2016 verleende ontheffing voor het doden van vossen rondom Freilandkippen bedrijven tussen zonsondergang en zonsopkomst met behulp van geweer en kunstlicht

Geachte Voorzitter van Provinciale Staten,

Overeenkomstig artikel 23, lid 1 en 2 van het Reglement van Orde stelt de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten over de op 21 december 2016 verleende ontheffing voor het doden van vossen rondom Freilandkippen bedrijven tussen zonsondergang en zonsopkomst met behulp van geweer en kunstlicht:

  1. Volgens de Flora- en faunawet, artikel 68 lid 1 mag een ontheffing alleen worden verleend wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat. Welke andere oplossingen heeft GS getoetst vóórdat de ontheffing werd verleend?
  2. De ontheffing is aangevraagd voor het doden van vossen tussen zonsondergang en zonsopkomst met behulp van kunstlicht en geweer. Is GS het met ons eens dat het op dit moment nog steeds verboden is ’s nachts op vossen te jagen met geweer en kunstlicht, omdat het -ook met de huidige verleende ontheffing- niet is toegestaan de onder art. 10 van de Flora- en Faunawet (overige) beschermde diersoorten te verstoren?
  3. In de ontheffing spreekt GS van een getrapte werkwijze, waarbij de volgende punten moeten worden doorlopen: 1. Freilandkippen bedrijven nemen alle preventieve maatregelen die redelijkerwijs van hen verwacht mogen worden om vossen te weren, waarbij in ieder geval het nachtverblijf 's nachts goed afgesloten dient te zijn en een deugdelijk raster van gaas is geplaatst; 2. Het secretariaat van de Stichting Faunabeheer Flevoland stelt per polder (ZFL, OFL en de NOP) een werkplan op en biedt dit ter goedkeuring aan GS aan. 3. Burchten van schade veroorzakende vossen binnen een straal van 5 kilometer worden opgespoord en indien mogelijk verwijderd. Waarom heeft GS de eisen 1. en 3. niet vooraf gesteld, zodat naar de effecten hiervan gekeken kon worden en de resultaten konden worden meegewogen in de beoordeling van de ontheffingsaanvraag?
  4. Waarom heeft GS de ontheffing verleend alvorens de werkplannen goed te keuren? Zijn de werkplannen openbaar en worden ze ter inzage gelegd?
  5. Wat is de betekenis van de ontheffing voordat de punten van de getrapte werkwijze zijn doorlopen dan wel uitgevoerd? Is ‘ontheffing’ een correcte benaming van dit besluit?
  6. Wordt er gemonitord of vossen met oude hagelschotwonden worden aangetroffen, en wordt er gerapporteerd wanneer er dieren zijn aangeschoten? Zijn deze rapportages openbaar?
  7. Bent u bekend met het onderzoek ‘Bescherming tegen predatie door vossen bij Freilandkippenbedrijven in Flevoland’ van Stichting Dierbaar Flevoland, waaruit onder andere blijkt dat deugdelijk hek- of rasterwerk vaak ontbreekt bij Freilandkippenbedrijven in Flevoland? Klopt het dat de ontheffing niet geldt voor de bedrijven die deze preventieve maatregelen (nog) niet hebben genomen? Bij hoeveel bedrijven is naar mening van GS voldaan aan deze preventieve maatregelen en kunt u aangeven om welk bedrijf dit gaat? Is GS voornemens de aanbevelingen uit dit onderzoek over te nemen? Zo nee, waarom niet?
  8. De in de ontheffingsaanvraag aangedragen schadebedragen zijn niet aantoonbaar onderbouwd. Op basis van welke schadebedragen heeft GS de ontheffing verleend? Hoe zijn deze bedragen onderbouwd? Zijn deze bedragen per bedrijf of voor Flevoland totaal?
  9. In het Vossenbeheerplan staat: “De te maken kosten voor het plaatsen van een raster bedragen € 30,-- per strekkende meter. Dit raster zit ½ meter in de grond en 2 meter boven de grond. De kosten bedragen dan voor een gemiddeld en Freilandkippen bedrijf tussen de € 25.000,-- en € 40.000,-- voor het plaatsen van dit raster.” Is GS het met ons eens dat voor het beschermen van kippen, vossen en alle beschermde dieren die nu verstoord zullen worden het redelijk is om een investering te vragen die zich binnen twee tot vier jaar terugverdiend, indien het schadebedrag daadwerkelijk €10.000,- per bedrijf per jaar is? Zo nee, waarom niet?
  10. De ontheffingsaanvraag biedt geen onderbouwing als het gaat om preventieve maatregelen en aantoonbare schade. Is GS bereidt de ontheffing in te trekken?

Bij voorbaat dank voor de beantwoording.

Namens de Flevolandse fractie van de Partij voor de Dieren,

Leonie Vestering, lid Provinciale Staten

Bijlage: Onderzoek ‘Bescherming tegen predatie door vossen bij Freilandkippenbedrijven in Flevoland’, M. Bouscholte, Dierbaar Flevoland, 2017

Indiendatum: mrt. 2017
Antwoorddatum: 19 apr. 2017

Schriftelijke statenvragen van de statenfractie van de Partij voor de Dieren over de ontheffing voor het doden van vossen rondom Freilandkippenbedrijven tussen zonsondergang en zonsopkomst met behulp van geweer en kunstlicht, ingediend op 17 maart 2017, en de antwoorden daarop van het college van Gedeputeerde Staten zoats vastgesteld op 18 april 2017 (2061822).

Vraag 1: Volgens de Flora- en faunawet, artikel 68 lid 1 mag een ontheffing alleen worden verleend wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat. Welke andere oplossingen heeft GS
getoetst vóórdat de ontheffing werd verleend?

Antwoord:
De afweging van andere bevredigende oplossingen zoals genoemd in dit artikel is niet aan de orde, omdat afschot van de vos op grond van de landelijke vrijstelling al is toegestaan.

Vraag 2: De ontheffing is aangevraagd voor het doden van vossen tussen zonsondergang en zonsopkomst met behulp van kunstlicht en geweer. Is GS het met ons eens dat het op dit moment nog steeds verboden is 's nachts op vossen te jagen met geweer en kunstlicht, omdat het -ook met de huidige verleende ontheffing- niet is toegestaan de onder art. 10 van de Flora- en Faunawet (overige) beschermde diersoorten te verstoren?

Antwoord:
Nee, de nu verleende ontheffing maakt het doden van vossen tussen zonsondergang en zonsopkomst mogelijk. Wij zijn van mening dat bij zorgvuldig gebruik van deze ontheffing geen sprake zal zijn van opzettelijke verstoring van andere beschermde diersoorten.

Vraag 3: In de ontheffing spreekt GS van een getrapte werkwijze, waarbij de volgende punten moeten worden doorlopen: 1. Freilandkippen bedrijven nemen alle preventieve maatregelen die redelijkerwijs van hen verwacht mogen worden om vossen te weren, waarbij in ieder geval het nachtverblijf 's nachts goed afgesloten dient te zijn en een deugdehjk raster van gaas is geplaatst; 2. Het secretariaat van de Stichting Faunabeheer Flevoland stelt per polder (ZFL, OFL en de NOP) een werkplan op en biedt dit ter goedkeuring aan GS aan. 3. Burchten van schade veroorzakende vossen binnen een straal van 5 kilometer worden opgespoord en indien mogelijk verwijderd. Waarom heeft GS de eisen 1. en 3. niet vooraf gesteld, zodat naar de effecten hiervan gekeken kon worden en de resultaten konden worden meegewogen in de beoordeling van de ontheffingsaanvraag?

Antwoord:
De eisen 1 en 3 maken integraal onderdeel uit van de ontheffing. Uit de systematiek van de Flora- en faunawet volgt dat al deze punten moeten zijn doorlopen voordat er van afschot sprake kan zijn. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de aanvrager en gebruiker van de ontheffing

Vraag 4: Waarom heeft GS de ontheffing verleend alvorens de werkplannen goed te keuren? Zijn de werkplannen openbaar en worden ze ter inzage gelegd?

Antwoord:
De ontheffing bevat de inhoudelijke eisen waar de werkplannen aan moeten voldoen om door GS goedgekeurd te kunnen worden. Deze werkplannen zijn openbaar en zullen ter inzage worden gelegd.

Vraag 5: Wat is de betekenis van de ontheffing voordat de punten van de getrapte werkwijze zijn doorlopen dan wel uitgevoerd? Is 'ontheffing' een correcte benaming van dit besluit?

Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 6: Wordt er gemonltord of vossen met oude hagelschotwonden worden aangetroffen, en wordt er gerapporteerd wanneer er dieren zijn aangeschoten? Zijn deze rapportages openbaar?

Antwoord:
Hier wordt niet apart op gemonltord.

Vraag 7: Bent u bekend met het onderzoek 'Bescherming tegen predatie door vossen bij Freilandkippenbedrijven in Flevoland' van Stichting Dierbaar Flevoland, waaruit onder andere blijkt dat deugdelijk hek- of rasterwerk vaak ontbreekt bij Freilandkippenbedrijven in Flevoland? Klopt het dat de ontheffing niet geldt voor de bedrijven die deze preventieve maatregelen (nog) niet hebben genomen? Bij hoeveel bedrijven is naar mening van GS voldaan aan deze preventieve maatregelen en kunt u aangeven om welk bedrijf dit gaat? Is GS voornemens de aanbevehngen uit dit onderzoek over te nemen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Ja. Gebruik van de verleende ontheffing kan alleen plaatsvinden als daar een goedgekeurd werkplan aan ten grondslag ligt. Het plaatsen van een deugdelijk raster maakt deel uit van de voorwaarden die aan een dergelijk werkplan wordt gesteld. Zolang dit niet gebeurd is, mag geen afschot plaatsvinden. Zie ook het antwoord bij vraag 3.

Vraag 8: De in de ontheffingsaanvraag aangedragen schadebedragen zijn niet aantoonbaar onderbouwd. Op basis van welke schadebedragen heeft GS de ontheffing verleend? Hoe zijn deze bedragen onderbouwd? Zijn deze bedragen per bedrijf of voor Flevoland totaal?

Antwoord:
In dit geval is afschot toegestaan op grond van de landelijke vrijstelling. Het onderbouwen van schadebedragen is derhalve niet aan de orde.

Vraag 9: In het Vossenbeheerplan staat: "De te maken kosten voor het plaatsen van een raster bedragen € 30,-- per strekkende meter. Dit raster zit Vi meter in de grond en 2 meter boven de grond. De kosten bedragen dan voor een gemiddeld en Freilandkippen bedrijf tussen de € 25.000,- en € 40.000,- voor het plaatsen van dit raster." Is GS het met ons eens dat voor het beschermen van kippen, vossen en alle beschermde dieren die nu verstoord zullen worden het redelijk is om een investering te vragen die zich binnen twee tot vier jaar terugverdiend, indien het schadebedrag daadwerkehjk €10.000,- per bedrijf per jaar is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Primair is het aan het bedrijf om preventieve maatregelen te treffen. Het plaatsen van een deugdelijk raster maakt echter deel uit van de voorwaarden die aan het werkplan wordt gesteld. Het is aan het bedrijf om hierin te investeren.

Vraag 10: De ontheffingsaanvraag biedt geen onderbouwing als het gaat om preventieve maatregelen en aantoonbare schade. Is GS bereidt de ontheffing in te trekken?

Antwoord:
Gelet op het bovenstaande zien wij geen aanleiding de ontheffing in te trekken.

Interessant voor jou

Statenvragen over gezondheidsrisico’s omwonenden van pluimveehouderijen

Lees verder

Mondelinge vragen ganzenstroperij Oostvaardersplassen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Doe mee Doneer