Bomenkap Gooiseweg


Indiendatum: 28 feb. 2024

Aan de voorzitter van het College van Gedeputeerde Staten


Betreft: mondelinge vragen ex. artikel 22 Reglement van Orde Provinciale Staten van Flevoland inzake kaalslag langs de Gooiseweg ten behoeve van de Provinciale Statenvergadering van 28 februari 2024

Geachte voorzitter,

De Partij voor de Dieren Flevoland is bedroeft over de recente grootschalige kaalslag langs de Gooiseweg tussen Lelystad en Zeewolde, waarbij ongeveer 300 essen zijn gekapt, waarvan 75% last van wortelrot zou hebben, en een aantal last zou hebben van essentaksterfte. Deze actie heeft niet alleen een direct negatief effect op de lokale biodiversiteit, maar ook op de leefomgeving van omwonenden. De Partij voor de Dieren vraagt zich af hoeveel gezonde bomen hier zijn gekapt en of deze kap wel in één keer plaats heeft moeten vinden. Dit alles roept vragen op over de gehanteerde criteria en de afwegingen die zijn gemaakt bij deze grote kaalslag.

Ook het informatieproces richting onze inwoners lijkt niet goed verlopen. Inwoners geven aan totaal verrast te zijn door de totale kap. Daarbij zitten deze inwoners zmet meer geluidsoverlast en lichtoverlast totdat de nieuwe bomen, die volgend jaar pas worden aangeplant, volgroeid zijn.

Graag stellen wij de volgende vragen:

  1. Wat zijn de specifieke redenen geweest voor de keuze om een lange rij van ongeveer 300 essen in zijn geheel te kappen, en in hoeverre zijn alternatieve maatregelen overwogen om niet tot totale kap over te hoeven gaan? Is van ál deze 300 bomen vastgesteld dat zij direct gevaarlijk zijn of zijn alle bomen uit voorzorg maar helemaal gekapt? Of was het een financiële of efficientie afweging?
  2. In hoeverre is deze kap het gevolg van jarenlang geen onderhoud plegen aan deze bomenrij? Had het college door eerder onderhoud te plegen deze kap kunnen voorkomen of verminderen?
  3. Gezien de impact van de kap op de geluidsoverlast en lichtinval voor de omwonenden, welke maatregelen worden er genomen om deze negatieve effecten te minimaliseren tot de nieuwe aanplant volgroeid is? Wordt er bijvoorbeeld gekozen om relatief grotere bomen terug te planten, eventueel in combinatie met struikgewas?
  4. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat inwoners in deze situatie beter, maar vooral eerder, geïnformeerd hadden moeten worden? Hoe gaat het college dit in de toekomst aanpakken?