Arbeids­mi­gratie in Flevoland


Wat voor een economie willen wij aan bouwen?

9 mei 2025

In Nederland wonen en werken zo'n miljoen arbeidsmigranten. Dit zijn EU-burgers die in Nederland komen werken. Zij doen vooral ongeschoold werk, waar niet voldoende Nederlanders voor zijn te vinden, waardoor sectoren als land- en tuinbouw, voedingsindustrie en de logistieke sector niet meer zonder hen kunnen. Deze mensen werken bijvoorbeeld veel in slachthuizen en pakhuizen van bezorgbedrijven zoals Bol.com. Er is te weinig huisvesting voor al deze werkers, en slechts 40% van de huisvesting voldoet. Sinds 2020 staat het onderwerp arbeidsmigratie op de politieke agenda, na het uitkomen van het Rapport Roemer “Geen tweederangsburgers. Aanbevelingen om misstanden bij arbeidsmigranten in Nederland tegen te gaan.”[1]

De aanbevelingen gaan er vooral over dat arbeidsmigranten als volwaardige burgers behandeld moeten worden. Dit uitgangspunt wordt door bijna iedereen omarmd, toch lukt het nog niet om echt iets te verbeteren in landelijk beleid. De Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) blijft maar uitgesteld worden door NSC-minister van Hijum[2]. Op 2 april[3] was er een gedetailleerde aflevering van LUBACH waarin de problematiek duidelijk geschetst wordt.  

De situatie in onze provincie 

Provincie Flevoland heeft een onderzoek uit laten voeren naar arbeidsmigranten in onze provincie. In Flevoland wonen op basis van cijfers uit 2022 naar schatting zo'n 21.000 arbeidsmigranten. Een schatting want ruim 6000 mensen zijn niet geregistreerd. Geschat wordt dat dit aantal zal groeien naar 29.000 in 2030. Onze provincie leunt op hen als goedkope arbeidskracht: ze werken in pakhuizen, op het land en op visverwerkingslocaties. Dit zet ook de toon die in het gesprek over deze migranten wordt gevoerd. Het gaat vaak over de economische voordelen, en maar weinig over de behandeling die deze migranten hier krijgen.  Zo'n driekwart van de arbeidsmigranten kampt met mentale problemen. Stress en verslaving kan hier het gevolg van zijn[4]. Ook worden ze vaak oneerlijk behandeld en belanden ze soms op straat, als ze hun baan verliezen.  

Flevoland heeft geen grip op deze situatie. Zo hebben de gemeentes Almere en Lelystad zicht op minder dan 20% van de inwonende arbeidsmigranten. Dit maakt onder andere dat de overheid vrijwel geen controle heeft op de omstandigheden waarin deze migranten wonen. Wonen, want werken doen ze doorgaans in andere gemeenten: op Urk wordt 15% van de banen gevuld door een arbeidsmigrant, en in de Noordoostpolder is dat zelfs 21%[5]. Dit betekent dat de Flevolandse economie erg afhankelijk is van deze migratie. Reden genoeg dus voor extra inzet. 

 

Wat gaat er mis? 

Deze problemen ontstaan doordat arbeidsmigranten worden gebruikt als verdienmodel. Wervingsbureaus in landen als Polen en Roemenië verkopen een mooi verhaal: gratis vervoer naar Nederland, een baan met een relatief hoog loon, gratis woonruimte en toegang tot zorg. 

Eenmaal hier blijkt de vork toch anders in de steel te zitten: de migrant moet toch betalen voor de al gemaakte reis. De woonruimte is klein, onveilig en peperduur. Contracten zijn niet duidelijk, er komt geen goede voorlichting over de rechten die een migrant heeft, en alle macht ligt bij het uitzendbureau. Dit wordt in stand gehouden door bed-baan constructies. Verlies je je baan, dan verlies je je bed. Een eigen bestaan opbouwen in Nederland, dat zit er niet in. Het systeem is gebouwd op het zo laag mogelijk houden van de kosten, over de ruggen van migranten. Het resultaat? Uitsluiting, schaamte, en onverantwoord middelengebruik als toevlucht[6] [7]Terwijl deze problemen spelen is de drempel tot het vinden van zorg nog altijd hoog[8]. Zorgverleners weten vaak niet wat er speelt bij deze groep mensen, er is sprake van een taalbarrière, arbeiders zijn vaak onverzekerd en 44% zou niet weten waar ze terechtkunnen met gezondheidsklachten.  

Wat kan de provincie doen? 

Veel van de misstanden waar arbeidsmigranten mee geconfronteerd worden, zijn de verantwoordelijkheid van de gemeente of Rijksoverheid. Echter, zoals al eerder benoemd, wordt er van deze mensen een verdienmodel gemaakt. Uitbuiters zullen blijven zoeken naar kostenbesparingen over de ruggen van migranten. Dat betekent dat als één gemeente een probleem zoals onvoldoende woonruimte per migrant oplost, de migranten kunnen worden verplaatst naar een andere gemeente. Er is dus een regionale, coördinerende taakstelling voor de provincie. 

Limburg is Flevoland hierin al voorgegaan[9]. De provincie heeft een regulerende en regisserende rol gepakt waarin ze gemeenten aanjaagt om dakloosheid tegen te gaan. Bijvoorbeeld door opzegtermijnen in wooncontracten te stimuleren. Limburg verbetert ook de woon-/werkomstandigheden door te stimuleren dat iedere migrant een eigen slaapkamer heeft en bovendien helpen ze scholen met het in kaart brengen en aanpakken van integratiedrempels bij kinderen van migranten zoals taalachterstanden.  

We moeten als samenleving beter nadenken over wat voor een economie wij willen hebben: is dat er één die koste wat kost zo goedkoop mogelijk produceert? Of is dat er één die alles en iedereen in hun waarde laat? 

 

Wat de Partij voor de Dieren betreft, gaan we voor dat laatste. 

Gerelateerd nieuws

Jaaroverzicht 2024

Flevoland heeft het dit jaar moeten doen met het rechtste college ooit. Stikstofcrisis, klimaatcrisis, wooncrisis, opvangcris...

Lees verder

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws

    Nieuws