Algemene (financiële) beschouwingen), 4 november 2010
Voorzitter,
We willen ons aansluiten bij de complimenten aan college en ambtelijke staf voor de samenstelling van de stukken, welke wederom duidelijk en overzichtelijk zijn.
De behandelingen van de Begroting lijken alsmaar korter van duur te worden. Niet alleen wordt verwacht dat de behandeling van deze begroting minder tijd zal vergen als andere jaren, wij voelen ook een gevoel van somberheid. Somberheid omdat het beleidsarme begroting is en er ook geen duidelijkheid is over de financiële positie van de provincie in de toekomst.
Waren we al voorbereid op somberheid en een beleidsarme begroting, nu dreigt ook het provinciale beleid wat we de laatste jaren gevoerd hebben op een aantal terreinen teruggedraaid te worden door wat bekend is geworden over de plannen van het nieuwe kabinet. We denken daarbij uiteraard met name aan het natuurbeleid, met ons speerpunt Oostvaarderswold. Hieraan hebben we met zijn allen deze periode hard gewerkt, trouwens ook met steun van de partijen die nu gekozen lijken te hebben voor een ander standpunt, althans landelijk, hopelijk alleen landelijk. We hopen dat al het werk dat gedaan is de afgelopen jaren niet tevergeefs zal blijken te zijn.
Wat ons betreft is terugdraaien natuurlijk geen optie. Het project is begonnen als een opdracht van het Rijk, maar gaandeweg hebben we, ik durf te zeggen met alle partijen, er steeds meer voordelen van gezien. Niet alleen vormt de zone een oplossing voor verschillende problemen in Flevoland, o.a. op het gebied van natuurcompensatie, we verwachten ook dat het gebied economisch van belang zal zijn voor de ontwikkeling van Flevoland. We willen daarom GS vragen om alle mogelijke middelen, inclusief juridische, aan te pakken om vertraging van aanleg en ingebruikname van deze toekomstige parel van Flevoland zoveel mogelijk te voorkomen.
In de begroting lezen we over de ‘showcase Flevoland’ met betrekking tot landbouw. Onze fractie heeft de informatie hierover met interesse gevolgd en is uiteraard enthousiast over het duurzame uitgangspunt. Haaks hierop staan natuurlijk de plannen voor uitbreiding van de intensieve veehouderij. Inmiddels moet toch wel bekend zijn dat intensieve veehouderij verre van duurzaam te noemen is en kwalijke gevolgen levert heeft voor gezondheid, milieu, natuur en dierenwelzijn.
Tot een ‘verdere verduurzaming van Flevoland’ –zoals dit in de begroting staat- behoren niet alleen de vormen van opwekken van energie maar ook het tegen gaan van uitstoot van broeikasgassen op andere gebieden. Wij willen bij deze met klem benadrukken dat intensieve veehouderij wereldwijd voor meer uitstoot van broeikasgassen zorgt dan alle vervoersmiddelen bij elkaar. Zo is een vegetariër in een Hummer milieuvriendelijker dan een vleeseter op de fiets.
In de eindconclusie van een rapport van onderzoekers van de universiteit van Cranfield, gemaakt in opdracht van het World Wildlife Fund staat dat de maatregel die de grootste impact zou hebben ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen een vleesvrij voedingspatroon is. Wij vragen ons af hoe vaak dit nog bewezen moet worden eer het niet meer genegeerd zal worden. Is het stukje vlees op ons bord ZO belangrijk? Belangrijker dan natuur en milieu? Belangrijker dan onze gezondheid? Belangrijker dan het welzijn van dieren? Belangrijker dan de toekomst van onze kinderen?
We hebben in dit huis al eerder gesproken over het bij de energiediscussie betrekken van de uitstoot van het verkeer, om zo een beter beeld te krijgen van de weg naar een volledig energieneutraal Flevoland. Die discussie kan niet gevoerd worden zonder daarbij ook de toenemende uitstoot door de veehouderij in Flevoland te betrekken.
We hebben al aangegeven dat we het niet eens zijn met de haast die nu op verzoek van enkele partijen gemaakt wordt met de partiële herziening van het omgevingsplan om de uitbreiding van de intensieve veehouderij niet te hoeven betrekken bij de verkiezingen.
Gelukkig heeft het onderzoek voor de MER voor deze herziening ons nu geleerd dat Flevoland kwetsbaarder is voor verzuring dan we dachten en dat we, naast de tot nu toe gehanteerde ruimtelijke maat, in de toekomst ook rekening zullen moeten houden met de milieuruimte. Als we dat eerder hadden geweten, dan hadden we b.v. nu mogelijk geen pelsdierhouderij gehad in Zeewolde.
We blijven bij het onderwerp voeding. We waren blij toen we in de laatste Flevoflitsen lazen dat onze ambtenaren een half jaar lang voor een prikje gezonde voeding kunnen krijgen. We gunnen ze dit van harte. We lezen verder dat ook bij de komende aanbestedingsprocedure voor de catering het gezondheidsaspect aandacht zal krijgen. We willen herinneren aan de motie die we in november 2007 hebben ingebracht om biologische catering voor het personeel uit te breiden, met bij voorkeur producten van Flevolandse bodem. Helaas werd die motie door GS ontraden, met als argument dat het een zaak is voor de consument. De motie werd daarop niet aangenomen. Mocht er bij het personeel behoefte bestaan aan meer biologische producten in het restaurant en als daar hulp van PS voor nodig is, dan zouden wij uiteraard bereid zijn om te helpen door de motie nog een keer in te dienen. Datzelfde geldt voor als er bij het personeel behoefte is aan een meat-free Monday, waartoe we dit voorjaar hebben opgeroepen. We wachten af.
Iets anders, Voorzitter.
Op blz. 70 van de begroting, bij Natuur- en Landschapsbeleid, lazen we over de verkenning van de mogelijkheden om de biodiversiteit op bedrijventerreinen te vergroten. We zijn daar blij mee. Tot nu toe hebben we gesproken over duurzame bedrijventerreinen. We zijn blij in de begroting te lezen dat de provincie nu een stap verder aan het zetten is in de richting van Groene Bedrijventerreinen. Dit gaat om een gehele omvorming van bedrijventerreinen in plaats van het reguliere concept van duurzame bedrijventerreinen. Groene Bedrijventerreinen zijn omgeven door groen, maken gebruik van duurzame materialen, duurzame energie of eigen opwekking en duurzaam watergebruik. Er kunnen tevens voorzieningen zijn voor Flora en Fauna door waar mogelijk deze terreinen te verbinden met natuurgebieden door ontsnipperingsmaatregelen.
Vorig jaar heeft een werkgroep met deelnemers van een aantal provincies in het kader van het IPO “Programma Interprovinciale Strategische Milieuagenda” ( PRISMA) het rapport ‘Van Biologentaal naar Business Language’ gepubliceerd en een checklist ‘Biodiversiteit en Bedrijventerreinen’ om provincies en gemeenten behulpzaam te zijn bij de inrichting van bedrijventerreinen in het bijzonder waar het gaat om bedrijven die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid willen nemen. Daarbij zou de rol van de overheid kunnen verschuiven van een regulerend en wetgevend orgaan naar een meer stimulerende rol waarbij biodiversiteit een leidend principe wordt bij inrichting en beheer van bedrijventerreinen. We zien met belangstelling uit naar de resultaten van de verkenning die GS nu gaat uitvoeren naar de mogelijkheden om biodiversiteit op bedrijventerreinen te vergroten.
De Verenigde Naties hebben 2010 uitgeroepen tot 'Internationaal Jaar van de Biodiversiteit' en de provincie Flevoland heeft zich bij de Coalitie Biodiversiteit aangesloten (deze Coalitie spreekt overigens ook uit dat vlees een zware belasting voor het milieu vormt en geeft als tip minstens een vleesloze dag per week). Met het ondertekenen van de coalitieverklaring onderschrijft onze provincie de noodzaak om aandacht te vragen voor biodiversiteit.
Voorzitter, met deze laatste opmerking sluit ik toch nog positief af in deze sombere tijd.
Interessant voor jou
Algemene beschouwingen, 27 mei 2010
Lees verderAlgemene (financiële) beschouwingen, 16 november 2011
Lees verder