Algemene (financiële) beschouwingen, 16 november 2011
De patiënt, in dit geval de provincie Flevoland, maar ook de gehele aarde, is ziek. En een goede dokter wil zijn patiënt beter maken. Wat Flevoland betreft ligt het grootste deel van de ziekmakende factoren buiten de provincie. We krijgen niet de middelen die een provincie in opbouw nodig heeft.
Wat betreft de financiële vooruitzichten voor de komende tijd, worden we erg bedroefd als we de tabel met ombuigingen zien en proberen door de cijfers heen te zien naar wat dat betekent voor de leefbaarheid van onze provincie. We worden geconfronteerd met kortingen of beëindiging van bijna 50 subsidies, waarvan een aantal organisaties ook geconfronteerd zullen worden met kortingen op subsidiëring door rijk en gemeenten. Veel wat in jaren is opgebouwd in onze provincie zal nu verdwijnen en nooit meer terugkomen.
Het blijkt dat er een subsidie gehandhaafd wordt, die wat ons betreft juist wel had mogen worden afgebouwd. Daarover later meer.
Een aantal maatregelen, die in de begroting worden genoemd, zijn een goed medicijn voor de zieke patiënt. We noemen de voortvarendheid op het gebied van duurzame energie, waarbij met DE-on een nieuwe fase zal worden ingegaan. We willen wel waarschuwen dat niet alle energie duurzaam is die niet van fossiele oorsprong is. We moeten niet de fout maken fossiele brandstof te vervangen door bruin gas, gas uit dierlijke mest van de vee-industrie. De meest vervuilende industrie die er is.
Dat geldt in het bijzonder voor die bedrijven die het hele jaar de koeien binnen houden om de mest te verzamelen voor co-vergisting. Koeien horen bij goed weer in de wei. Dat wil het grootste deel van de bevolking en we zouden graag willen dat GS met ons meedenkt hoe we dat zouden kunnen bereiken. We dienen daarvoor een motie in. [motie Koe in de Wei]
We zijn blij dat Flevoland de druk uit Den Haag weerstaat en toch doorgaat met Oostvaarderswold.
De Partij voor de Dieren heeft nog andere voorstellen voor genezing van de zieke patiënt:
Vooralsnog is trouwens onze mening dat Flevoland niet moet instemmen met het voorgelegde natuurakkoord. Financieel zal dit zeer ongunstig zijn zoals ook al min of meer wordt aangegeven in de programmabegroting. Logischerwijs zullen wij de verplichtingen die in het voorgestelde natuurakkoord staan nooit halen. Vanwege de resultaatverplichting op een aantal gebieden, zal dat leiden tot boetes.
Duurzaamheid en het beperken van uitstoot van broeikasgassen betekent ook onder meer dat de consumptie van vlees omlaag moet. U heeft al eerder ons pleidooi hiervoor gehoord en vanwege de tijd houd ik het kort. Om een begin te maken met het eten van minder vlees, dien ik een motie in op vier statendagen per jaar een vlees- en visloos diner te serveren, zodat wij als PS leden door een voorbeeld te geven een bijdrage leveren aan de genezing van de patiënt. [motie VisVleesVrij]
Er is door andere partijen al gesproken over de verdubbeling van de Gooiseweg tussen Zeewolde en de Nijkererweg. Wat mogelijk vergeten zou kunnen worden is dat de versnelling van die verdubbeling mogelijk werd gemaakt door de gelijktijdige aanleg met een ecoduct voor Oostvaarderswold, waardoor kostenbesparing mogelijk wordt. Bij sommige partijen is Oostvaarderswold niet populair, waarbij vergeten wordt dat het een integraal project is waarbij rekening gehouden is met een aantal belangen voor Flevoland.
Verdubbeling van dat weggedeelte door het grootste loofbos van Nederland zonder het plaatsen van hekwerken en faunapassages zou onverantwoord zijn. Veel wild zal sneuvelen door aanrijdingen, maar er zullen ook gewonden en mogelijk doden vallen onder automobilisten, met daarnaast veel blikschade. Om dat te voorkomen dienen wij een motie in. [motie Faunavoorzieningen Gooise weg]
Nog niet verwerkt in deze begroting zijn de grote extra POP2 subsidies die door Flevoland eind september binnengehaald zijn voor natuurvriendelijke oevers. Hier is in de zomer hard aan gewerkt en complimenten aan GS en de ambtenaren, waarvan sommigen vakanties daarvoor verschoven hebben, zijn op zijn plaats. Natuurvriendelijke oevers zijn goed voor flora en fauna en bevorderen de waterkwaliteit. Dat laatste is de reden dat de provincie en het waterschap hiervoor aan Europa een resultaatsverplichting hebben gekregen vanwege de Kaderrichtlijn Water. Natuurvriendelijke oevers zijn tevens faunapassages waardoor dieren in en uit het water kunnen komen. Het is daarom van belang dat met de locatiekeuze voor natuurvriendelijke oevers, zoveel mogelijk rekening gehouden wordt met plaatsen waar behoefte is aan fauna-uitstapplaatsen. Dit kan b.v. gebeuren aan de hand van gegevens over plaatsen waar reeën verdronken zijn. Omdat maar in 40% van de vaarten en tochten natuurvriendelijke oevers zullen worden aangelegd, zou daarnaast ook een beoordeling gewenst zijn van andere plaatsten waar extra fauna-uitstapplaatsen gemaakt zouden moeten worden. Wij zouden daar graag met een motie extra aandacht voor willen vragen. [motie Natuurvriendelijke oevers: fauna uittreedplaatsen]
Vooruitkijkend naar de discussies over decentralisatie van natuurbeheer, waarbij ook het faunafonds naar de provincies gedecentraliseerd zal worden, zal dit naar onze mening moeten leiden tot een andere benadering van het ontheffingenbeleid. Vanwege de tijd verwijzen we naar wat we daarover in de opinieronde gezegd hebben. De conclusie was dat een begin kan worden gemaakt met korting op de subsidie die nu betaald worden aan de jagers van de faunabeheereenheid (45.599 euro).
Voorzitter, het jachtseizoen is weer geopend. Op dit moment worden verschillende soorten dieren in onze provincie op de hielen gezeten door jagers. Alsof de wilde dieren het niet al zwaar genoeg hebben in de winter zijn zij genoodzaakt hun energie te steken in het vluchten voor de kogels. Uit een rapport van vorig jaar van de Zoogdiervereniging blijkt dat veel dieren veiligheid verkiezen boven voedsel. Zij vluchten naar gebieden met minder voedsel waar zij tijdens het jachtseizoen ook nog twee maal zoveel tijd besteden aan het waakzaam zijn dan aan foerageren. Vijf maal pech: de winter, de jacht, energieverlies, minder voedsel en minder tijd voor foerageren.
Uit Deens onderzoek blijkt dat veel hertachtigen zich tot wel 4km buiten hun leefgebied verplaatsen om in veiligheid te komen. Met onze kleine en versnipperde natuurgebieden is het vergroten van activiteitengebieden van dieren veroorzaakt door de jacht onwenselijk vanwege woonkernen, akkerbouw en wegen.
Dat dieren zwaar lijden onder de jacht is onomstotelijk bewezen. Natuurgebieden en kwetsbare soorten worden ernstig verstoord, de bejaagde dieren lopen door een te hoge stresshormoonspiegel gezondheidsproblemen op en de veelvoorkomende niet dodelijke-verwondingen zorgen voor ernstig leed of een langzame dood.
Voor de populaties treden er door de jacht veranderingen op in habitatgebruik, activiteitenpatronen, ruimtegebruik en waakzaamheid. Dieren worden schuwer en een aantal verlaat permanent het oorspronkelijke leefgebied.
De plezierjacht wordt door faunabeheereenheden aangeduid als populatiebeheer. Dit populatiebeheer en daarmee de besluiten welke en hoeveel dieren dood moeten ligt geheel in handen van jagers.
Logischerwijs gaan zij voor hun eigen belang, namelijk het jagen voor het plezier. De mening van objectieve deskundigen wordt hierbij consequent genegeerd.
Nut en noodzaak van zogenaamd populatiebeheer is nog nooit aangetoond.
Wat wel is aangetoond is de aanpassing van grootte van dierpopulaties aan de draagkracht van een gebied. Het belangrijkste hiervan is het voedselaanbod waarop de hoeveelheid is afgestemd. Het is een fabeltje dat de grootte van populaties geheel afhankelijk is van roofdieren of afschot.
Ik quote hierbij Alterra: "Wanneer een populatie dieren zich vestigt in een gebied waar geen regulering van hun stand optreedt door roofdieren of mens, zal zich na verloop van tijd een situatie instellen waarin de aantallen afhankelijk van het voedselaanbod fluctueren om een bepaald niveau."
Daarnaast geeft Alterra aan dat bij het hanteren van een streefaantal door afschot het natuurlijke regulatiemechanisme buiten werking wordt gesteld.
Voorzitter, wij dienen een motie in met de vraag naar onderzoek naar een gebied in Flevoland wat een jachtvrije zone kan worden. Populatie ontwikkelingen kunnen hierbij gemonitord worden door een objectieve partij.
Het Deelerwoud ging ons voor, daar wordt vanaf 1988 niet meer gejaagd op reeën en is nu geheel jachtvrij. In latere jaren volgden bijvoorbeeld de Amsterdamse Waterleidingduinen en de Veluwezoom die nu jachtvrij zijn en positieve evaluaties opleveren. Steeds meer gebieden volgen dit voorbeeld en wij willen niet achterblijven. [motie Jachtvrij gebied]
Voorzitter, tot zover onze inbreng.
Interessant voor jou
Algemene (financiële) beschouwingen), 4 november 2010
Lees verderAlgemene beschouwingen, 30 mei 2012
Lees verder