Statenvragen over de vogelgriep
Indiendatum: dec. 2016
Schriftelijke vragen ex. artikel 23 Reglement van Orde Provinciale Staten van Flevoland over de vogelgriep
Geachte Voorzitter van Provinciale Staten,
Overeenkomstig artikel 23, lid 1 en 2 van het Reglement van Orde stelt de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten over de vogelgriep.
Inleiding
In Biddinghuizen is in korte tijd meerdere gevallen van vogelgriep ontdekt. De H5N8-variant is hoogpathogeen, met andere woorden zeer besmettelijk. In het verleden, met andere varianten van de vogelgriep, is gebleken dat zelfs wanneer een variant niet ernstig is voor mensen er toch dodelijke gevallen kunnen voorkomen. De intensieve pluimveehouderij die nu getroffen is door het virus ligt op drie kilometer afstand van het eendenbedrijf dat vorige week ook besmet werd verklaard.
Om verspreiding van het virus te voorkomen, werden toen al vijf vestigingen met in totaal 190.000 eenden gedood. Ook werd een pluimveebedrijf met 21.000 kippen preventief gedood. Bij de kippen werd na onderzoek geen vogelgriep geconstateerd. Vandaag zullen er opnieuw 8.500 eenden worden gedood.
- Hoeveel pluimveehouderijen zijn er in Flevoland? Hoeveel daarvan zijn eendenhouderijen? Wat is de afstand van deze bedrijven tot naburige dierhouderijen? Hoeveel dieren worden er per houderij gehouden? Is er een groei of een krimp in deze sector?
- Zijn er in de omgeving van de getroffen bedrijven de laatste weken jachtactiviteiten geweest?
- Deelt u de constatering dat hoge aantallen dieren die dicht op elkaar leven snelle verspreiding van vogelgriep in de hand werkt?
- Denkt u dat het verstandig is dat er, om verspreiding van dierziekten te voorkomen, grotere afstanden worden aangehouden tussen bedrijven met intensieve veehouderij?
- Klopt het dat de provincie de mogelijkheid heeft om dit te beperken door vergroting van intensieve veehouderijen te voorkomen? Zo ja, bent u voornemens dit te gaan doen om verdere uitbreiding van de enorme hoeveelheid van slachtoffers te voorkomen?
Bij voorbaat dank voor de beantwoording.
Leonie Vestering, fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Indiendatum:
dec. 2016
Antwoorddatum: 1 dec. 2016
Schriftelijke statenvragen van de statenfractie van de Partij voor de Dieren over vogelgriep, ingediend op 1 december 2016, en de antwoorden daarop van het college van Gedeputeerde Staten zoals vastgesteld op 20 december 2016 (2005523).
Vraag 1:
Hoeveel pluimveehouderijen zijn er in Flevoland? Hoeveel daarvan zijn eendenhouderijen? Wat is de afstand van deze bedrijven tot naburige dierhouderijen? Hoeveel dieren worden er per houderij gehouden? Is er een groei of een krimp in deze sector?
Antwoord:
In Flevoland wordt op circa 80 bedrijven pluimvee gehouden. Op bijgevoegde kaart (#2003291) zijn deze bedrijven weergegeven. Om elk bedrijf is een 1 en 2 km zone getekend.?In Flevoland zijn 10 bedrijven met slachteenden geregistreerd (2016). Op deze bedrijven werden voor de uitbraak van vogelgriep ruim 149.000 eenden gehouden, met een gemiddelde bedrijfsomvang van 15.000 dieren (bron: CBS). In 2014 werden in Flevoland ca 85.000 slachteenden gehouden. In de afgelopen jaren heeft deze sector In Flevoland dus een sterke groei doorgemaakt.
Vraag 2:
Zijn er in de omgeving van de getroffen bedrijven de laatste weken jachtactiviteiten geweest?
Antwoord:
Op 14 november 2016 heeft staatssecretaris Van Dam een algeheel verbod van de jacht op en het verstoren van watervogels ingesteld. De stichting Faunabeheer Flevoland heeft dezelfde dag de aangesloten jagers een negatief jachtadvies gegeven voor gebieden waar watervogels door de jacht verstoord kunnen worden. Op vrijdag 9 december heeft staatssecretaris Van Dam het algeheel verbod van de jacht op en het verstoren van watervogels opgeheven. De jachtbeperkingen blijven in de 10 km zone rond de vogelgriep uitbraken in Biddinghuizen onverminderd van kracht. Hier wordt uitvoering aan gegeven.
Vraag 3:
Deelt u de constatering dat hoge aantallen dieren die dicht op elkaar leven snelle verspreiding van vogelgriep in de hand werkt?
Antwoord:
Ja.
Vraag 4:
Denkt u dat het verstandig is dat er, om verspreiding van dierziekten te voorkomen, grotere afstanden worden aangehouden tussen bedrijven met intensieve veehouderij?
Antwoord:
De verspreiding van dierziekten wordt beïnvloed door een complex van factoren. Veel dierziekten kunnen alleen worden overgedragen door direct diercontact of door opname van ziektekiemen via voer of water. Van een beperkt aantal ziektekiemen is vastgesteld dat deze via de lucht kunnen worden overgebracht ('aerogene transmissie'). Via deze Infectieroute kunnen bedrijven in beginsel worden geïnfecteerd. Andere infectieroutes, waaronder besmetting vanuit in het wild levende dieren of diertransport, vormen echter een veel groter risico voor besmetting tussen bedrijven. Wij achten het dan ook verstandig hierop de nadruk te leggen.
Vraag 5:
Klopt het dat de provincie de mogelijkheid heeft om dit te beperken door vergroting van intensieve veehouderij te voorkomen? Zo ja, bent u voornemens dit te gaan doen om verdere uitbreiding van de enorme hoeveelheid slachtoffers te voorkomen?
Antwoord:
Nee. De provincie heeft niet de bevoegdheid om de verspreiding van dierziekten te beperken door de omvang van bedrijven met intensieve veehouderij te reguleren.
Bijlage: kaart (#2003291)
Interessant voor jou
Statenvragen inzake het bericht “Sportvisser moet 185 vissen inleveren”
Lees verderMondelinge vragen wild zwijn als decoratie provinciehuis
Lees verder