Staten­vragen ontheffing afschot konijnen en vossen


Indiendatum: jan. 2011

Toelichting
Op 3 november 2010 heeft de faunabeheereenheid ontheffing aangevraagd voor het doden van konijnen met behulp van kunstlicht (art. 68 van de Flora- en Faunawet). Dit was op verzoek van het Waterschap Zuiderzeeland vanwege graafschade door konijnen aan bruggenhoofden van de Hollandse Brug en dijkgedeelten in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland.
Op 1 december 2010 heeft de faunabeheereenheid de Provincie verzocht de aanvraag uit te breiden door hier vossen aan toe te voegen en alle primaire en secundaire waterkeringen onderdeel te laten uitmaken van het ontheffingsgebied.

Vragen

  1. Bent u ervan op de hoogte dat, volgens mededeling van het hoofd Waterbeheer het in de ontheffing toegevoegde afschot van vossen niet op verzoek van het Waterschap is geweest? (zie toegevoegde e-mail van het hoofd Waterbeheer) Is het mogelijk dat deze ontheffing wordt verleend zonder schriftelijke toestemming van de grondgebruiker? Worden er eisen gesteld aan tekenbevoegdheid? Wat betekent het in dit verband dat het waterschap niet vertegenwoordigd is in de FBE?
  2. Bent u ervan op de hoogte dat het Waterschap Zuiderzeeland heeft aangegeven er voorkeur aan te geven vossenholen uit te graven en dicht te maken in plaats van afschot van vossen? (zie tevens toegevoegde e-mail van hoofd Waterbeheer) Nu hier duidelijkheid over is, bent u bereid de vossen te schrappen uit de ontheffing?
  3. Bent u ervan op de hoogte dat er een wettelijke plicht bestaat om eerst te kijken naar alternatieven om schade door graven tegen te gaan? Welke alternatieven zijn in dit geval onderzocht? Vindt u dat we, met name in geval van beschermde diersoorten, een voorkeur moeten geven aan alternatieven zonder afschot? Vindt u het gerechtvaardigd dat er op een beschermde diersoort geschoten wordt vanwege drie holen in een jaar waarbij het Waterschap bewezen heeft dit prima te kunnen opvangen zonder afschot?
  4. Bent u ervan op de hoogte dat het gebruik van kunstlicht een bekend stropersmiddel is? Weet u ook dat het gebruik van kunstlicht onlangs verboden is verklaard door de rechtbank van Leeuwarden in haar uitspraak van 16 december 2010, AWB 10/968, wegens strijd met het Beneluxverdrag dat de jacht op vossen met behulp van kunstlicht verbiedt? Bent u bereid een verbod te leggen op het gebruik van kunstlicht tijdens jacht?
  5. In de ontheffing noemt u de verzekering van de faunabeheereenheid dat men slechts tot afschot zal overgaan als er sprake is van schade, terwijl dieren met jongen zoveel mogelijk worden ontzien. Waarom heeft u dat niet als uitdrukkelijke voorwaarde in de ontheffing opgenomen? Hoe wordt bepaald of een vos die met of zonder kunstlicht wordt waargenomen jongen heeft? De rechtbank Leeuwarden heeft in bovengemelde procedure ook uitgesproken dat een ontheffing voor het hele jaar niet in stand kon blijven. Ook de Raad van State heeft in haar uitspraak van 9 februari 2005, LJN AS5527 waarbij een ontheffing werd vernietigd meegewogen dat geen uitzondering was gemaakt voor afschot in kraam- en zoogperiode. Bent u bekend met deze uitspraak? Waarom heeft u die uitzondering niet gemaakt?
  6. Door de rechter in Leeuwarden is het gebruik van lichtbakken verboden, niet alleen voor het jagen op vossen, maar voor alle dieren. Heeft de provincie nog lopende ontheffingen verleend voor ander gebruik van kunstlicht? Zo ja, wat gaat u daarmee doen? Wat zijn de consequenties voor de teksten over kunstlicht in het Faunabeheerplan?
  7. Volgens de vergunningverlener worden 'mogelijke daders' van het graven van holen uit de weg geruimd door faunabeheer. Bent u ervan op de hoogte dat een vos een jachtgebied van wel tot 400 hectare kan hebben en wanneer deze zich in de buurt van een dijk begeeft dus geen 'dijkgraver' hoeft te zijn? Hoe wordt dit gemeten? Bent u ervan op de hoogte dat in de ontheffing gemotiveerd moet worden aangetoond dat de vossen echt schade veroorzaken en dat de noodzaak van de jacht op deze beschermde dieren moet worden aangetoond? Hoe gaat u dat doen?
  8. Bent u er van op de hoogte dat wij in Flevoland 1 a 2 vossen per vierkante kilometer hebben en dat precies volgens de norm is? Waarom acht u afschot dan alsnog nodig?
  9. Vanaf het moment dat er in Spaarnwoude de jacht op vossen geïntensiveerd werd is de grauwe gans daar weer gaan broeden. De vos is de natuurlijke vijand van ganzen, muizen en ratten. Beseft u dat de populatiegroei van dergelijke, door de provincie ongewenste diersoorten, in de hand worden gewerkt door het afschieten van vossen?
  10. Tenslotte, weet u dat Jaap Mulder, ecoloog en vossenspecialist, in dit specifieke geval heeft uitgesproken dat afschot van een aantal vossen aan onze dijken ter voorkoming van het graven van holen tot mislukken gedoemd is? Zo ja, wat vindt u hiervan? Bent u bereid een gesprek aan te gaan met Jaap Mulder en daarmee te profiteren van zijn ervaring en onderzoeken?


Melissa Bax
Partij voor de Dieren
Provinciale Staten Flevoland

Bekijk de vragen hier.

Indiendatum: jan. 2011
Antwoorddatum: 1 mrt. 2011

Schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren over de afhandeling van de ontheffingaanvraag van de Faunabeheereenheid voor afschot van konijnen en vossen, op 11 januari 2011 ingediend door het statenlid mevrouw M.C. Bax en de antwoorden daarop van het college van Gedeputeerde Staten, vastgesteld op 1 maart 2011.

Vraag 1) Bent u ervan op de hoogte dat, volgens mededeling van het hoofd Waterbeheer het in de ontheffing toegevoegde afschot van vossen niet op verzoek van het Waterschap is geweest? (zie toegevoegde e-mail van het hoofd Waterbeheer) Is het mogelijk dat deze ontheffing wordt verleend zonder schriftelijke toestemming van de grondgebruiker? Worden er eisen gesteld aan tekenbevoegdheid? Wat betekent het in dit verband dat het waterschap niet vertegenwoordigd is in de FBE?

Antwoord: Anders dan het hoofd Waterbeheer aan u op 5 januari 2011 heeft medegedeeld, is de betreffende ontheffing wel op verzoek van het Waterschap aan de Faunabeheereenheid verleend. Dit blijkt ook uit de eerder op uw verzoek aan uw partij overhandigde mailwisseling met het Waterschap. Deze gang van zaken wordt bevestigd in een brief van het hoofd Waterbeheer aan de provincie Flevoland van 6 januari 2011 (bijgevoegd).

Zonder schriftelijke toestemming van de grondgebruiker is het niet mogelijk van een verleende ontheffing gebruik te maken. Aangezien de provincie een effectieve sehadebestrijding voorstaat, wordt geen ontheffing verleend als op voorhand vaststaat dat het gebruik er van niet mogelijk is omdat de grondgebruiker hier geen toestemming voor zal geven.

Aan tekenbevoegdheid worden geen aparte eisen gesteld.

Het feit dat het Waterschap geen zitting heeft in het bestuur van de Faunabeheereenheid wil niet zeggen dat hun belangen niet worden behartigd. Het Waterschap wordt geconsulteerd bij het opstellen van de faunabeheerplannen.

Vraag 2) Bent u ervan op de hoogte dat het Waterschap Zuiderzeeland heeft aangegeven er
voorkeur aan te geven vossenholen uit te graven en dicht te maken in plaats van afschot van vossen? (zie tevens toegevoegde e-mail van hoofd Waterbeheer) Nu hier duidelijkheid over is, bent u bereid de vossen te schrappen uit de ontheffing?

Antwoord: Deze ontheffing is op verzoek van het Waterschap aan de Faunabeheereenheid verleend. Afschot van vossen vindt alleen plaats in aanvulling op de eerder beschreven maatregelen als uitgraven en dichtmaken van vossenholen. Aangezien wij deze ontheffing, met toevoeging van vossen, op verzoek van het Waterschap hebben verleend (zie antwoord op vraag 1) ligt het niet in de rede de vossen uit de betreffende ontheffing te schrappen.

Vraag 3) Bent u ervan op de hoogte dat er een wettelijke plicht bestaat om eerst te kijken naar alternatieven om schade door graven tegen te gaan? Welke alternatieven zijn in dit geval onderzocht? Vindt u dat we, met name in geval van beschermde diersoorten, een voorkeur moeten geven aan alternatieven zonder afschot? Vindt u het gerechtvaardigd dat er op een beschermde diersoort geschoten wordt vanwege drie holen in een jaar waarbij het Waterschap bewezen heeft dit prima te kunnen opvangen zonder afschot?

Antwoord: Uiteraard zijn wij er van op de hoogte dat de Flora- en faunawet stelt dat eerst alternatieven voor afschot moeten worden afgewogen. In dit geval staat afschot echter niet ter discussie omdat afschot van zowel vossen als konijnen reeds mogelijk is op grond van de landelijke vrijstelling.

De afweging van alternatieven is gedaan door het bevoegde gezag, in dit geval de toenmalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De betreffende ontheffing richt zich op aanvullend gebruik van kunstlicht. Gelet op het gebruik van de dijklichamen overdag en de doorkruising met wegen zijn alternatieven als afschot overdag en volledige omrastering door het Waterschap in haar aanvraag als onvoldoende beoordeeld.

Zoals blijkt uit de beantwoording van vraag 1 is de ontheffing op verzoek van het Waterschap verleend waarbij zij hebben gesteld afschot met aanvullend gebruik van kunstlicht als aanvullende maatregel noodzakelijk te achten.

Vraag 4) Bent u ervan op de hoogte dat het gebruik van kunstlicht een bekend stropersmiddel is? Weet u ook dat het gebruik van kunstlicht onlangs verboden is verklaard door de rechtbank van Leeuwarden in haar uitspraak van 16 december 2010, AWB 10/968, wegens strijd met het Beneluxverdrag dat de jacht op vossen met behulp van kunstlicht verbiedt? Bent u bereid een verbod te leggen op het gebruik van kunstlicht tijdens jacht?

Antwoord: Het is ons bekend dat gebruik van kunstlicht een bekend stropersmiddel is. Dit is ook de reden waarom de Flora- en faunawet stelt dat het toestaan van gebruik van kunstlicht door Gedeputeerde Staten op zorgvuldige wijze dient te geschieden.

Wij zijn op de hoogte van de uitspraak van de rechtbank van Leeuwarden. Wij, en andere provincies met ons, zijn echter van mening dat de Flora- en faunawet het toetsingskader voor provincies is, en niet het Beneluxverdrag. Tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden heeft de provincie Fryslan hoger beroep bij de Raad van State aangetekend.

Het opleggen van jachtverboden is geen bevoegdheid van Gedeputeerde Staten, maar van de Minister van EL&l.

Vraag 5) In de ontheffing noemt u de verzekering van de faunabeheereenheid dat men slechts tot afschot zal overgaan als er sprake is van schade, terwijl dieren met jongen zoveel mogelijk worden ontzien. Waarom heeft u dat niet als uitdrukkelijke voorwaarde in de ontheffing opgenomen? Hoe wordt bepaald of een vos die met of zonder kunstlicht wordt waargenomen jongen heeft? De rechtbank Leeuwarden heeft in bovengemelde procedure ook uitgesproken dat een ontheffing voor het hele jaar niet in stand kon blijven. Ook de Raad van State heeft in haar uitspraak van 9 februari 2005, LJN AS5527 waarbij een ontheffing werd vernietigd meegewogen dat geen uitzondering was gemaakt voor afschot in kraam- en zoogperiode. Bent u bekend met deze uitspraak? Waarom heeft u die uitzondering niet gemaakt?

Antwoord: Het ontzien van dieren met jongen volgt uit de algemene zorgphcht (art. 2) uit de Flora- en faunawet en is om die reden niet als specifiek voorschrift opgenomen. De zorgphcht is immers iets waar iedereen zich aan dient te houden. Opnemen als uitdrukkelijke voorwaarde is daarmee overbodig en in strijd met het streven naar tegengaan van regeldruk.

Het ontzien van dieren met jongen is vooral van belang in de zoogperiode waarin de jonge vossen afhankelijk zijn van hun moeder. Zogende moedervossen zijn in het veld duidelijk herkenbaar aan de doffe vacht en grote tepels.

Wij zijn met beide uitspraken bekend. Zowel de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden als die van de Raad van State had echter betrekking op de bescherming van weidevogels die met name in de broedperiode kwetsbaar zijn. De bescherming van dijken is het gehele jaar noodzakelijk.

Vraag 6) Door de rechter in Leeuwarden is het gebruik van lichtbakken verboden, niet alleen voor het jagen op vossen, maar voor alle dieren. Heeft de provincie nog lopende ontheffingen verleend voor ander gebruik van kunstlicht? Zo ja, wat gaat u daarmee doen? Wat zijn de consequenties voor de teksten over kunstlicht in het Faunabeheerplan?

Antwoord: Ja, er zijn nog andere lopende ontheffingen voor het gebruik van kunstlicht. In afwachting van de uitspraak van de Raad van State zullen deze worden gehandhaafd.

Aangezien een Faunabeheerplan geen directe rechtswerking heeft, heeft dit geen consequenties voor de teksten over kunstlicht in dat plan.

Vraag 7) Volgens de vergunningverlener worden 'mogelijke daders' van het graven van holen uit de weg geruimd door faunabeheer. Bent u ervan op de hoogte dat een vos een jachtgebied van wel tot 400 hectare kan hebben en wanneer deze zich in de buurt van een dijk begeeft dus geen 'dijkgraver' hoeft te zijn? Hoe wordt dit gemeten? Bent u ervan op de hoogte dat in de ontheffing gemotiveerd moet worden aangetoond dat de vossen echt schade veroorzaken en dat de noodzaak van de jacht op deze beschermde dieren moet worden aangetoond? Hoe gaat u dat doen?

Antwoord: Wij zijn bekend met de afmetingen van het jachtgebied van vossen en het gebruik ervan. De Stichting Faunabeheer Flevoland voert jaarlijkse tellingen uit van de vossenterritoria in Flevoland.

Zoals reeds in de beantwoording van vraag 3 is aangegeven, heeft de verleende ontheffing echter geen betrekking op het toestaan van afschot, maar op het toestaan van het gebruik van kunstlicht.

Afschot van zowel vossen als konijnen is reeds mogelijk op grond van de landelijke vrijstelling en staat hiermee niet ter discussie.

Vraag 8) Bent u er van op de hoogte dat wij in Flevoland 1 a 2 vossen per vierkante kilometer hebben en dat precies volgens de norm is? Waarom acht u afschot dan alsnog nodig?

Antwoord: Er bestaat geen direct verband tussen populatieomvang en graafschade. Afschot met kunstlicht is alleen toegestaan in de directe omgeving van de primaire waterkeringen ter voorkoming van schade aldaar en richt zich niet op populatiebeheer.

De veiligheid van de primaire waterkeringen acht de provincie Flevoland van wezenlijk belang. De provincie wil, samen met het Waterschap Zuiderzeeland, geen enkel risico lopen op ondermijning en verzwakking van deze waterkeringen als gevolg van graafschade. Adviezen van zowel het

Waterschap als het Faunafonds hebben ons gesterkt in de noodzaak het van het toestaan van gebruik van kunstlicht.

Vraag 9) Vanaf het moment dat er in Spaarnwoude de jacht op vossen gei?ntensiveerd werd is de grauwe gans daar weer gaan broeden. De vos is de natuurlijke vijand van ganzen, muizen en ratten. Beseft u dat de populatiegroei van dergelijke, door de provincie ongewenste diersoorten, in de hand worden gewerkt door het afschieten van vossen?

Antwoord: Uiteraard zal afschot van vossen een effect hebben op de groei van populaties van andere dieren. De toenmalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft echter met het plaatsen van de vos op de landelijke vrijstellingslijst in 2006 deze afweging reeds gemaakt.

Vraag 10) Tenslotte, weet u dat Jaap Mulder, ecoloog en vossenspecialist, in dit specifieke geval heeft uitgesproken dat afschot van een aantal vossen aan onze dijken ter voorkoming van het graven van holen tot mislukken gedoemd is? Zo ja, wat vindt u hiervan?
Bent u bereid een gesprek aan te gaan met Jaap Mulder en daarmee te profiteren van zijn ervaring en onderzoeken?

Antwoord: De uitspraken van de heer Mulder op dit specifieke geval zijn bij ons niet bekend. Uiteraard zijn wij bereid een ambtelijk gesprek met de heer Mulder aan te gaan.

Bekijk de beantwoording van de vragen hier.

Interessant voor jou

Statenvragen "Gif in de Bollenstreek"

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Doe mee Doneer