Statenvragen "Gif in de Bollenstreek"
Indiendatum: jan. 2011
Toelichting
Op 8 januari 2011 was er een uitzending van het programma Zembla over gif in de Bollenstreek.
Vragen
- Kent u de uitzending van Zembla: ‘Gif in de Bollenstreek’ van 8 januari 2011?
- Wat is uw standpunt ten aanzien van het gifgebruik in de landbouw en specifiek de bollenteelt in Flevoland?
- Welke maatregelen neemt u en/of gaat u gaat u nemen m.b.t. gifgebruik en de waterkwaliteit in relatie tot bescherming van de gezondheid mensen en dieren?
- Welke maatregelen neemt u en/of gaat u nemen m.b.t. de luchtkwaliteit in relatie tot de bescherming van de gezondheid van mensen en dieren?
- Welke maatregelen gaat u nemen m.b.t. de bodembescherming naar aanleiding van het gifgebruik in de bollenteelt?
- Volgens onderzoek uit 2009 is de bijensterfte in Flevoland, en met name in noordelijk Flevoland, het hoogste van het land. Deelt u onze verontrusting daarover? Heeft u mogelijkheden om hier iets te doen in het bijzonder voor zover bijensterfte veroorzaakt wordt door landbouwgif?
- Kunt u aangeven welke taken en verantwoordelijkheid de provincie nog meer heeft met betrekking tot de hoeveelheden gif die worden gebruikt in Flevoland en specifiek de bollenteelt, die mogelijk een gevaar vormen voor mensen en dieren?
- Gaat u de landelijk overheid vragen om maatregelen te nemen? Zo ja, wanneer en welke maatregelen? Zo nee, waarom niet?
- Op welke wijze geeft u voorlichting aan burgers over de (on)veiligheid van het gebruik van gif in de bollenteelt voor hun gezondheid?
Melissa Bax
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Provinciale Staten Flevoland
Indiendatum:
jan. 2011
Antwoorddatum: 14 jan. 2011
Statenvragen van de Partij voor de Dieren over het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw, specifiek de bollenteelt, in Flevoland, op 14 januari 2011 ingediend door het staten- lid M.C. Bax, en de antwoorden daarop van het college van Gedeputeerde Staten vastgesteld op 15 februari 2011.
Vraag 1.
Kent u de uitzending van Zembla: 'Gif in de Bollenstreek' van 8 januari 2011?
Antwoord:
Ja.
Vraag 2.
Wat is uw standpunt ten aanzien van het gifgebruik in de landbouw en specifiek de bollenteelt in Flevoland?
Antwoord:
In Nederland mogen alleen gewasbeschermingsmiddelen en biociden verhandeld en gebruikt worden die op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden zijn toegelaten. Wij zijn van mening dat ook in Flevoland moet worden voldaan aan de geldende nationale wet- en regelgeving ten aanzien van de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
Vraag 3.
Welke maatregelen neemt u en/of gaat u nemen m.b.t. gifgebruik en de waterkwaliteit in relatie tot bescherming van de gezondheid mensen en dieren?
Antwoord:
In algemene zin moeten voor het oplossen van knelpunten op dit gebied het rijk (de departementen van l&M en EL&l) en/of de Europese commissie hun instrumenten inzetten of andere effectieve maatregelen ontwikkelen. De rijksinspectiediensten zijn belast met het toezicht op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Daarnaast ziet het waterschap als waterkwaliteitsbeheerder toe op de toepassing van dergelijke middelen langs het oppervlaktewater. In delen van de Noordoostpolder worden waterkwaliteitsnormen voor gewasbeschermingsmidde- len overschreden. De portefeuillehouder water zal het initiatief nemen om met de waterbeheerder en met andere betrokken partijen om de tafel te gaan om mogelijke oplossingen te verkennen.
Ten aanzien van de bescherming van de gezondheid voor omwonenden willen wij u wijzen op het antwoord van staatssecretaris Bleker, tijdens het vragenuur in de Tweede Kamer op 11 januari jl. Daarin geeft hij het volgende aan: "ln 2009 is er op Europees niveau besloten om bij de toelating van middelen ook de langdurige effecten op omwonenden te bezien. In 2010 heeft het Europese voedselagentschap geconcludeerd dat de toetsing moet worden aangevuld met het aspect van de omwonenden. Dit zal ook gebeuren. In 2011 wordt gestart met de verwerking van dit aspect, het toetsingspunt, in de richtsnoer die voor de nationale toelatingsautoriteiten geldt."
Vraag 4.
Welke maatregelen neemt u en/of gaat u nemen m.b.t. de luchtkwaliteit in relatie tot de bescherming van de gezondheid van mensen en dieren?
Antwoord:
Zie antwoord op vraag 3.
Vraag 5.
Welke maatregelen gaat u nemen m.b.t. de bodembescherming naar aanleiding van het gifgebruik in de bollenteelt?
Antwoord:
Zie antwoord op vraag 3.
Vraag 6.
Volgens onderzoek uit 2009 is de bijensterfte In Flevoland, en met name in noordelijk Flevoland, het hoogste van het land. Deelt u onze verontrusting daarover? Heeft u mogelijkheden om hier iets te doen in het bijzonder voor zover bijensterfte veroorzaakt wordt door landbouwgif?
Antwoord:
Uw verontrusting met betrekking tot de bijensterfte wordt door ons gedeeld. De oorzaak van de bijensterfte, die ook elders in Europa, Azië en Noord-Amerika voorkomt, blijkt echter niet eenvoudig te herleiden. Uit een brief van de toenmalig minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer (kenmerk DL.2009/1082, d.d. 29 mei 2009) blijkt dat een complex van factoren (zoals ziekten en parasieten, achteruitgang van foerageermogelijkheden, sterke vergrijzing imkerij en gebruik van gewasbeschermingsmiddelen), ten grondslag kan liggen aan bijensterfte. De minister geeft verder in de brief aan dat er in Nederland een gebrek is aan goede, betrouwbare (wetenschappelijk onderbouwde) informatie over de bijenhouderij en de bijensterfte. Het in kaart brengen van de Nederlandse imkerij, goede data-informatie en het intensiveren van het onderzoek naar bijenziekten, dat de relaties met oorzaken identificeert, is nodig voor het aandragen van de oplossingen voor de bijensterfteproblematiek. Met ingang van 2009 is een driejarige landelijke monitoring voor de honingbij van start gegaan. Het doel hiervan is het (jaariijks) vaststellen van de feitelijke situatie van de bijenstand in ons land en de hiervoor relevante factoren, zodat mogelijke negatieve ontwikkeling snel kunnen worden geïdentificeerd en de mogelijke oorzaken kunnen geanalyseerd en indien nodig en mogelijk hierop kan worden geanticipeerd. Recent heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (kenmerk DP/2010033104, dd 21 december 2010) aan de Tweede Kamer nogmaals bevestigd dat er op dit moment geen duidelijkheid bestaat over de oorzaak van de bijensterfte. Het is daarom op dit moment niet mogelijk aan te geven welke mogelijkheden wij hebben om bijensterfte tegen te gaan.
Vraag 7.
Kunt u aangeven welke taken en verantwoordelijkheid de provincie nog meer heeft met betrekking tot de hoeveelheden gif die worden gebruikt in Flevoland en specifiek de bollenteelt, die mogelijk een gevaar vormen voor mensen en dieren?
Antwoord:
De provincie heeft geen directe taak en formele bevoegdheden ten aanzien van de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen die in Flevoland in de bollenteelt wordt gebruikt. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is aan wettelijke voorschriften gebonden. Mochten andere overheden onvoldoende invulling geven aan hun taken en verantwoordelijkheden -waardoor er door de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen grote risico's ontstaan voor mens en dier- heeft de provincie wel een verantwoordelijkheid om de problematiek te agenderen.
Vraag 8.
Gaat u de landelijk overheid vragen om maatregelen te nemen? Zoja, wanneer en welke maatregelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De provincie heeft een algemene rol in de bescherming van de regionale milieukwaliteit. Vanuit die rol zijn de gezamenlijke provincies al langer in gesprek met de ministeries I&M en EL&l over het generieke toelatingsbeleid en de aanpassing van de gebruiksvoorschriften van ge- wasbeschermingsmiddelen.
Vraag 9.
Op welke wijze geeft u vooriichting aan burgers over de (on)veiligheid van het gebruik van gif in de bollenteelt voor hun gezondheid?
Antwoord:
Wij geven daar geen vooriichting over. Deze rol ligt bij het rijk.
Interessant voor jou
Statenvragen ontheffing afschot konijnen en vossen
Lees verderOpschorten verleende ontheffingen voor jacht op wilde en verwilderde dieren met betrekking tot weersomstandigheden
Lees verder