Social Media­ge­bruik GS

Indiendatum: 11 jul. 2024
Antwoorddatum: 14 sep. 2024

Inleiding:

Tijdens de Provinciale Statenvergadering van 26 juni 2024 hebben meerdere partijen hun zorgen uitgesproken over het Twittergedrag van een lid van het College. Hij retweette uitsproken over het kapot gaan van Nederland aan de asieltsunami, dat islam een religie is vol intolerantie, haat en geweld en dat je met open grenzen meer terroristen en messentrekkers binnen laat. Helaas is hij niet de enige gedeputeerde die dit soort uitingen doet op X. Een andere gedeputeerde retweette een post waarin wordt gevraagd of de stavernijherdenking niet moet worden geboycot. Ook retweette hij dot de NOS geen objectieve journalistiek meer bedrijft als het over Gaza gaat, bijvoorbeeld over de hongersnood en dat hij aanneemt dat een man die verdacht wordt van het vernielen van schermen UvA, direct het land uit wordt gezet.

Vragen:

7. Worden alle inhoudelijke standpunten die geuit worden in de tweets en retweets en breder op andere sociale mediakanalen van de gedeputeerden gedeeld door het gehele College? Zo nee, hoe rijmt dit met het idee dot het College met één mond spreekt?

Antwoord:
Het college is een politiek samengesteld bestuursorgaan. De samenstelling is immers een gevolg van de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen. De leden van het college zijn collectief en individueel aanspreekbaar op de uitvoering van provinciale taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. In die zin zijn collegeleden bestuurlijke functionarissen en spreken zij ten behoeve van de eenheid van bestuur met één mond over het provinciale beleid. Gedeputeerden zijn echter ook politieke functionarissen die tot op zekere hoogte ook namens hun politieke partij actief zijn. Vanuit die optiek kan het hen niet worden ontzegd (bijvoorbeeld via social media) deel te nemen aan maatschappelijke discussies. Wij onderkennen dat standpunten die daarbij worden ingenomen niet altijd door anderen gedeeld of gewaardeerd hoeven te worden. De politieke beoordeling ervan ten opzichte van het functioneren van het collegelid is te allen tijde aan Provinciale Staten.

2. Hoe reflecteert het college op de uitspraken gedaan en gedeeld door hun gedeputeerden op sociale media?

Antwoord:

Met inachtneming van het antwoord op de vorige vraag en ter waarborging van de eenheid van bestuur, vinden reflecties op eikaars werkwijze plaats in de kring van het college.

3. Hoe rijmen deze uitspraken met de belofte dat de gedeputeerden er voor alle Flevolanders zijn?

Antwoord:

Deze belofte staat niet ter discussie.

4. Zijn er richtlijnen voor de gedeputeerden voor het posten of liken/reposten/retweeten van berichten op sociale media? Zo ja, kunt u deze delen met Provinciale Staten?

Antwoord:

Dergelijke richtlijnen zijn er niet. Het normeren van berichtenverkeer op social media vinden wij tegen de achtergrond van ons antwoord op vraag 1 niet alleen onwenselijk maar ook ondoenlijk.