Achter­uitgang van vlinders water­beheer en het waterpeil gericht op landbouw


Indiendatum: 14 jun. 2023

Aan de voorzitter van het College van Gedeputeerde Staten

Betreft: Schriftelijke vragen ex. artikel 23 Reglement van Orde Provinciale Staten van Flevoland inzake achteruitgang van Vlinders, waterbeheer en het waterpeil gericht op landbouw

Geachte voorzitter,

Recent verschenen er nieuwsartikelen over de zorgwekkende achteruitgang van vlinders, hommels en andere insecten in Nederland, waarbij ook de relatie met droogte wordt gelegd. In dezelfde tijd verschenen er nieuwsartikelen waarin wordt gesteld dat slecht water(peil)beheer, voornamelijk gericht op de landbouw, een oorzaak is van droogte. Een zorgelijke situatie omdat er ook al geobserveerd wordt dat er dit jaar al minder planten bestoven worden. Dit lijkt mede te wijten te zijn aan het feit dat belangrijke bestuivers –de hommels- eind mei maar half zo vaak werden waargenomen als een jaar ervoor. Bestuivende insecten zijn niet alleen voor planten erg belangrijk maar ook voor onze voedselvoorziening. Deze ontwikkelingen roepen vragen op over de stand van zaken in Flevoland en welke maatregelen er binnen onze provincie genomen kunnen worden om de biodiversiteit te bevorderen, met inbegrip van het waterbeheer en het waterpeil.

Graag stellen wij de volgende vragen:

1. Kunt u ons informeren over de huidige situatie van (bestuivende) insecten in Flevoland? Is er sprake van een achteruitgang van (bestuivende)insecten en zo ja, welke maatregelen worden er genomen om dit te monitoren en te vertragen?

2. In hoeverre wordt het waterpeil in Flevoland beïnvloed door de landbouw? Zijn er concrete voorbeelden waarbij het waterpeil aangepast wordt ten behoeve van de landbouw, maar mogelijkerwijs een negatief effect heeft op de biodiversiteit, inclusief de (bestuivende) insecten?

3. Op welke wijze wordt het waterbeheer in Flevoland momenteel afgestemd op de bevordering van biodiversiteit? Zijn er maatregelen getroffen om het waterpeil zodanig te reguleren dat het zowel de landbouw ondersteunt als een gunstige omgeving creëert voor bedreigde diersoorten, waaronder vlinders en hommels?

4. Hoe wordt er samengewerkt met Waterschap Zuiderzeeland om het waterbeheer en het waterpeil af te stemmen op de bevordering van biodiversiteit? Zijn er specifieke initiatieven of projecten waarbij de samenwerking tussen de provincie en Waterschap Zuiderzeeland gericht is op het creëren van een evenwicht tussen de belangen van de landbouw en de bescherming van bedreigde diersoorten?

5. Welke mogelijkheden ziet het College van Gedeputeerde Staten om het waterbeheer en het waterpeil in Flevoland verder te optimaliseren ten behoeve van de biodiversiteit? Zijn er specifieke maatregelen die overwogen worden om het effect van het waterpeil op de (bestuivende) insecten te verbeteren?

Indiendatum: 14 jun. 2023
Antwoorddatum: 18 jul. 2023

1. Kunt u ons informeren over de huidige situatie van (bestuivende) insecten in Flevoland? Is er sprake van een achteruitgang van (bestuivende)insecten en zo ja, welke maatregelen worden er genomen om dit te monitoren en te vertragen?

Antwoord:
Uit onderzoek van de Radboud Universiteit (Hallmann et al, 2017) is gebleken dat de biomassa aan vliegende insecten in 63 Duitse natuurgebieden sinds 1989 met ruim 75% is afgenomen. Een vergelijkbare trend is waarneembaar in natuurgebieden in Nederland, waarbij de afgelopen decennia afnames van 54% tot 72% zijn waargenomen van nachtvlinders en loopkevers. De landelijke achteruitgang van insectenpopulaties wordt veroorzaakt door tal van factoren waardoor dit een complex vraagstuk is waarover nog veel onbekend is. Zo kan de achteruitgang veroorzaakt worden door factoren als de intensivering en homogenisering van het landgebruik, het gebruik van (te veel) meststoffen, gebruik van bestrijdingsmiddelen (vooral insecticiden), versnippering van leefgebieden, habitatverlies en veranderingen in het klimaat en droogte. Er is geen aanleiding waarom Flevoland af zou wijken van deze landelijk trend. Binnen de provincie worden insectenpopulaties op een aantal wijzen gemonitord. Binnen natuurgebieden worden dagvlinderpopulaties elke zes jaar gemonitord. Afgelopen twee jaar zijn in het kader van nationale bijenstrategie ook veel natuurgebieden gemonitord op voorkomen van bijen. Binnen het agrarisch natuurbeheer worden boerenlandvogelpopulaties gemonitord, wat indirect iets zegt over de insectenstand. Deze monitoring heeft echter nog niet lang genoeg plaatsgevonden en geeft geen dekkend meetnet waaruit te concluderen is wat de trend is in heel Flevoland. Om dit brede meetnet vorm te geven doet Provincie Flevoland mee aan een landelijke monitoringsproef om insecten met camera's te tellen en daarmee landelijk inzicht te krijgen. Flevoland heeft vijf camera's staan op een totaal van honderd in geheel Nederland. Op basis van deze proef wordt er verder nagedacht over een monitoringssysteem voor insecten. Dit systeem moet voor heel Nederland en elke Provincie een representatieve populatietrend gaan geven. Via drie sporen worden insecten in ieder geval gestimuleerd: agrarisch natuur- en landschaps[1]beheer, natuurbeheer en programma ‘Flevoland Natuurinclusief (o.a. actieplan biodiversiteit). De startende programma’s ‘Gemeenschappelijk Landbouw Beleid' en ‘Flevolands Programma Landelijk Gebied' gaan ook bijdragen.

2. In hoeverre wordt het waterpeil in Flevoland beïnvloed door de landbouw? Zijn er concrete voorbeelden waarbij het waterpeil aangepast wordt ten behoeve van de landbouw, maar mogelijkerwijs een negatief effect heeft op de biodiversiteit, inclusief de (bestuivende) insecten?

Antwoord:
Het waterschap Zuiderzeeland is verantwoordelijk voor het peilbeheer in Flevoland, binnen de kaders die de provincie stelt. Deze kaders zijn vastgelegd in het provinciale Waterprogramma Watersysteem blijvend op orde. In het peilbesluit voor een gebied - er zijn 268 peilgebieden - wordt een belangenafweging gemaakt tussen de verschillende functies in dat gebied (landbouw, natuur, waterkwaliteit. Infrastructuur en wonen, stabiliteit dijken) en daarnaast wordt er nog rekening gehouden met klimaatverandering en bodemdaling. In juni is het waterpeil met 10 cm verhoogd voor de natuur en gewassen op het land. In extreem droge situaties kunnen geen garanties worden gegeven dat er overal en altijd voldoende zoet water beschikbaar is. Bij ernstige watertekorten hanteren waterbeheerders de verdringingsreeks voor de verdeling van het beschikbare zoetwater. Hierbij wordt gekort op de watervoorziening met een bepaalde prioriteitsvolgorde. De natuur komt op twee plaatsen voor in de verdringingsreeks. Natuur waar door droogte onomkeerbare schade kan optreden, valt onder categorie 1 van de verdringingsreeks. In Flevoland zijn dit gebieden met een kwetsbare veenondergrond In de Noordoostpolder (bij Urk en Schokland) en het Waterloopbos op grond van het kwetsbare biotische watersysteem. De overige Flevolandse natuur valt in de laagste categorie van de verdringingsreeks (4), evenals de meeste landbouw. Tijdelijke beregening van kapitaal intensieve landbouwgewassen valt onder categorie 3 van de verdringingsreeks.

3. Op welke wijze wordt het waterbeheer in Flevoland momenteel afgestemd op de bevordering van biodiversiteit? Zijn er maatregelen getroffen om het waterpeil zodanig te reguleren dat het zowel de landbouw ondersteunt als een gunstige omgeving creëert voor bedreigde diersoorten, waaronder vlinders en hommels?

Antwoord:
Er zijn door de jaren heen verschillende projecten uitgevoerd tegen verdroging waarbij in een groot aantal gebieden maatregelen genomen zijn om de natuur te vernatten. Het gaat daarbij om maatregelen gericht op het beter vasthouden van water in natuurgebieden. In verschillende natuurgebieden wordt weidevogelgrasland/plas-dras onderhouden, waarin biodiversiteit ondersteund wordt door een hoge waterstand maar grond nog steeds landbouwkundige productie afgeeft. Vanaf 2016 zijn ecologische oppervlaktewaterkwaliteitsdoelen afgeleid voor stedelijk gebied en natuurgebieden. Voor de stedelijke gebieden zijn de doelen al vastgelegd in het 'Waterprogramma’, voor de natuurgebieden zal dit in de komende periode gebeuren. Voor de stedelijke wateren nemen gemeenten en waterschap maatregelen om de biodiversiteit te verbeteren. Ook voor de natuurgebieden zijn er al belangrijke investeringen gedaan en wordt een maatregelenprogramma voorbereid. Een goede oppervlaktewaterkwaliteit is gunstig voor de biodiversiteit in het algemeen, maar ook voor insectengroepen die onder water leven of een levensfase in het water hebben, zoals libellen.

4. Hoe wordt er samengewerkt met Waterschap Zuiderzeeland om het waterbeheer en het waterpeil afte stemmen op de bevordering van biodiversiteit? Zijn er specifieke initiatieven of projecten waarbij de samenwerking tussen de provincie en Waterschap Zuiderzeeland gericht is op het creëren van een evenwicht tussen de belangen van de landbouw en de bescherming van bedreigde diersoorten?

Antwoord:
Er wordt goed samengewerkt tussen Provincie en Waterschap. Aan de hand van twee voorbeelden wordt dit toegelicht. Provincie Flevoland heeft in 2021 een 'Actieplan Biodiversiteit' vastgesteld. Medeoverheden worden binnen dit actieplan gestimuleerd en gesubsidieerd om (tegen cofinanciering) projecten ter stimulering van de biodiversiteit uit te voeren. In het verlengde hiervan heeft het waterschap Zuiderzeeland een Agenda Biodiversiteit vastgesteld, zie https://www.zuiderzeeland.nl/b.... De koers van het waterschap ziet er als volgt uit: We versterken de biodiversiteit in onze taken; We verbeteren biodiversiteit op plekken waar we kansen zien; We leggen de aanpak van versterking van biodiversiteit in onze programma’s vast Hierdoor verbeteren we de omstandigheden voor biodiversiteit blijvend. Daarnaast zijn Provincie en Waterschap aan het verkennen wat de klimaatverandering betekent voor het waterbeheer in Flevoland, en wat de handelingsperspectieven voor de toekomst zijn voor natuur en landbouw. Ook zijn Provincie en Waterschap bezig ondiepe grondwatermeetnetten in te richten om de monitoring van de grondwatercondities voor natuur en landbouw beter in beeld te hebben. Voor de 'Kaderrichtlijn Water’ hebben zowel Provincie als Waterschap zich in de afgelopen periode ingezet om minimaal 40% van de oeverlengte langs de vaarten en tochten natuurvriendelijk in te richten. Daarmee zetten we gezamenlijk maximaal in op de verbetering van biodiversiteit en waterkwaliteit in en rondom het water. Vanuit een terrein beherende organisatie zijn er tevens gesprekken gaande met het Waterschap om in bepaalde natuurterreinen sloten ondieper te maken. Hiermee kan water langer vastgehouden worden. Dit is een minder ingrijpende maatregel dan het verhogen van peil en het heeft geen direct effect op omliggende percelen.

5. Welke mogelijkheden ziet het College van Gedeputeerde Staten om het waterbeheer en het waterpeil in Flevoland verder te optimaliseren ten behoeve van de biodiversiteit? Zijn er specifieke maatregelen die overwogen worden om het effect van het waterpeil op de (bestuivende) insecten te verbeteren?

Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 4.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Zorgplicht paarden met oogontsteking Oostvaardersveld

Lees verder

Lelystad Airport BNR

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Doe mee Doneer