Interprovinciaal Ganzenplan
11 december 2024
Mondelinge Vragen interprovinciaal ganzenplan 11 december 2024
Door de faunabeheereenheden Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Zeeland en Flevoland wordt gezamenlijk gewerkt richting één interprovinciaal faunabeheerplan Ganzen 2025 – 2031. Het college heeft tijdens de bespreking van 29 mei 2024 toegezegd dat de uitkomst van het onderzoek van de provincies naar het ganzenbeheer in november/december naar de staten komt en dat vervolgens de staten kan bepalen hoe hiermee verder te gaan. Over het interprovinciale ganzenplan hebben wij vier vragen.
- Wat is de stand van zaken rondom dit onderzoek en het interprovinciaal ganzenplan?
- In de conceptversie van het ganzenplan wordt voor verschillende provincies en verschillende soorten ganzen een jaartal gekozen in de jaren ‘00. De doelstand voor nu wordt gezet op het niveau van dat gekozen jaar. Als toelichting hierbij staat dat “Deze jaartallen zijn gekozen omdat de schade tot dan toe min of meer geaccepteerd werd, maar vanaf dat moment aanzienlijk begon toe te nemen.” Een onderbouwing van de noodzaak voor maatregelen is verplicht voor een Flevolands faunabeheerplan. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens, dat de doelstand vrij willekeurig gekozen lijkt en ook “maatschappelijke onrust” subjectief is?
- Wildbeheereenheden zijn verantwoordelijk voor hun eigen gebied. In het conceptganzenplan wordt gesteld dat dieren binnen het eigen gebied mogen worden afgeschoten om ervaren schade in andere gebieden te helpen oplossen. Op welke wettelijke bevoegdheid is het gebaseerd dat in Flevoland, waar zich verreweg de minste ganzen bevinden en er nauwelijks schade is, broedende ganzen afgeschoten mogen gaan worden ten behoeve van vermindering van bedrijfsschade in andere gebieden?
- Een veelgemaakte denkfout is dat je een populatie dieren blijvend klein kunt houden door er veel te schieten. Als je veel dieren weghaalt, groeit de populatie juist sneller als de omstandigheden hetzelfde blijven. Zolang ganzen 24/7 overvloedig voedsel vinden op de één miljoen hectare Engels raaigras die ons land rijk is, blijven ze komen. Ons gras is extra aantrekkelijk door zware bemesting en veelvuldig maaien. Is dit iets wat bijvoorbeeld wordt meegenomen in de transitie van de landbouw en de gebiedsprocessen en is het college bereid, met dit in het achterhoofd, om binnen het verband van deze andere vier provincies, te pleiten voor een omslag naar meer toekomstbestendige en natuurinclusieve landbouw met meer biodiversiteit? Zo'n soort landschap is minder aantrekkelijk voor ganzen en heeft daarnaast vele andere voordelen.
Interessant voor jou
Programmabegroting 2025
Lees verderVragenhalfuurtje 29-01-2025: Oostvaardersplassen review
Lees verder